De wettelijke beroepszaak tegen het patenteren van groenterassen nadert een belangrijke eindfase in Europa.
De Hoge Kamer van Beroep van het Europees Octrooibureau (EOB) verzamelt deze maand nog bezwaren en zienswijzen van belanghebbenden alvorens een besluit te nemen over patenteren.
Volgens europarlementariër Jan Huitema van de VVD is een meerderheid van het Europees Parlement tegen zo’n patentering. Huitema stelde zich met SGP-parlementariër in 2015 al tegen patentering in het Europees Parlement. Hij sluit een nieuwe resolutie niet uit om het besluit van EOB te beïnvloeden.
Discussie sinds 2015
Diezelfde Hoge Kamer van Beroep van het Europese Octrooibureau (EOB) oordeelde in 2015 dat producten die voortkomen uit klassieke verdeling een patent kunnen krijgen. Vervolgens zijn er 2 patenten uitgegeven. Voor een paprika- en een broccolivariant. Na druk uit het Europees Parlement en Europese Commissie nam het Europees Octrooibureau (EOB) in 2017 een belangrijk besluit: er zouden geen octrooien meer verleend worden op groenten en fruit die uit klassieke veredeling voortkomen. In december 2018 is dit besluit echter alsnog afgewezen door de Technische Kamer van Beroep van EOB.
Horroscenario
Huitema ziet grote nadelen kleven aan een patentering, zoals een monopoliepositie: “Je moet er toch niet aan denken woekerprijzen op ons eten, omdat slechts een paar bedrijven eigendom zijn van onze voedselgewassen? Groente en fruit is van ons allemaal! Bovendien houden deze patenten de ontwikkeling tegen van nieuwe rassen. Als er een ziekte uitbreekt in bijvoorbeeld 1 aardappelras, en we hebben niet de beschikking tot andere aardappelrassen, verspreidt de ziekte zich razendsnel. Met als gevolg dat ons voedselaanbod drastisch terugloopt.”