Doorgaan naar artikel

Steriele suzuki’s, bait spray en Aziatische wesp redden kersenteelt

Zonder bestrijdingsmiddelen geen Nederlandse kersenteelt, hoorden we de afgelopen maanden vaak in de media. De vrijstelling voor de twee meest effectieve middelen tegen de allesverwoestende suzuki-fruitvlieg staat onder druk. Gelukkig gloren er hoopvolle alternatieven aan de horizon.

Eén keer maakte fruitteler Dirk-Jan van Lutterveld in Kesteren (Gld.) een inschattingsfout, een paar jaar geleden. “We hadden wat minder bestrijdingsmiddelen gebruikt, we dachten dat het wel kon. Niet dus. Binnen no-time was de boomgaard aangetast. Gelukkig liepen we tegen het eind van het seizoen, maar het laatste deel van de rijpe kersen moesten we laten hangen.” De boosdoener: de suzuki-fruitvlieg, ook wel de Aziatische fruitvlieg of de Drosophila suzukii genoemd. Sinds een jaar of tien maakt het kleine beestje de kersentelers het leven zuur. “Een megaprobleem. Ze komen met miljoenen tegelijk en de vrouwtjes leggen honderden eitjes in de kersen. De larven vreten het vruchtvlees aan, waardoor de kersen van binnenuit rotten,” aldus Van Lutterveld.

Langere rijptijd

Zodra de kersen maar een beetje rood kleuren legt de vlieg eitjes in de vrucht. Kersen hebben extra te lijden, omdat ze langer rijpen dan bijvoorbeeld aardbeien en frambozen. Foto: Herbert Wiggerman Zodra de kersen maar een beetje rood kleuren legt de vlieg eitjes in de vrucht. Kersen hebben extra te lijden, omdat ze langer rijpen dan bijvoorbeeld aardbeien en frambozen. Foto: Herbert Wiggerman

De suzuki-fruitvlieg richt zijn pijlen ook op bessen, frambozen, aardbeien en druiven, maar de kersen hebben het meest te lijden. Herman Helsen, onderzoeker bij WUR Randwijk licht toe: “Kersen hebben een langere rijptijd. De suzuki-vlieg legt eitjes in de kersen – net onder de schil – vanaf het moment dat ze gaan kleuren. Die larven groeien uit tot een pop voordat er geoogst kan worden, waardoor er uit één legsel een volgende generatie van honderden nakomelingen de boomgaard onveilig maakt.” Sinds de eerste suzuki-fruitvliegjes in 2012 in Nederland werden gesignaleerd, is Helsen betrokken bij onderzoek naar het insect. “Het zijn invasieve exoten uit Azië die pas een probleem werden toen ze nieuwe gebieden gingen kolonialiseren, onder andere Noordwest-Europa.” Vanuit wetenschappelijk oogpunt zijn deze vliegjes interessante beestjes, vindt Helsen: “Ze zijn bijvoorbeeld heel goed in het lab te kweken. Maar ja, voor de telers zijn ze een grote plaag.”

We wisten niet wat we zagen, ze richtten een ravage aan

Dat weet ook kersenteler Erik Vernooy. In Cothen (U.) runt hij runt het familiebedrijf De Kersenhut, met onder andere 18 hectare kersenteelt met veel hoogstam. Bijna vijftig rassen heeft hij staan, waaronder Kordia, Lapins, Regina en Merchant. Jaarlijks wordt bij het bedrijf, dat in 1917 werd opgericht door Vernooys overgrootouders, het kersenfestival gehouden. De natte winter heeft ook hier zijn tol geëist, vertelt Vernooy: “Kersenbomen kunnen niet tegen natte voeten. We hebben een paar honderd bomen verloren.” Maar dat probleem valt in het niet bij de invasie van de suzuki-fruitvlieg. Zo’n negen jaar geleden kreeg de teler er voor het eerst mee te maken: “We wisten niet wat we zagen, ze richtten een ravage aan.”

Negatief advies NVWA

Het probleem werd nog veel groter toen afgelopen voorjaar de tijdelijke vrijstelling voor de twee meest effectieve bestrijdingsmiddelen (Exirel en het biologische middel Tracer) ingetrokken dreigde te worden door minister Adema. Exirel mag momenteel ééns per drie jaar gespoten worden. Het ministerie baseerde zijn besluit op een negatief advies van de NVWA. Die voerde in 2021 en 2023 steekproefsgewijs controles uit bij kersentelers en stelden een naleving van respectievelijk 8% en 58% vast. De NVWA schreef de minister dat telers zich onvoldoende aan de voorschriften voor een veilige toepassing hielden en een gevaar vormen voor het oppervlaktewater.

Gaasnetten houden veel tegen, maar zijn nooit 100% afdoende. Foto: Herbert Wiggerman Gaasnetten houden veel tegen, maar zijn nooit 100% afdoende. Foto: Herbert Wiggerman

Het negatieve advies was voor de sector reden om flink lawaai te maken. Voorzitter Ron Mulders van de Nederlandse Fruittelersorganisatie (NFO) en teler Vernooy verschenen onder andere in OP1, NPO Radio 1, RTV Utrecht en regionale dagbladen. De boodschap: als de insecticiden niet worden toegestaan, dan betekent dat het einde van de Nederlandse kersenteelt. “De meeste kersentelers gebruiken fijnmazig insectengaas om hun boomgaard te beschermen. Dat werkt enorm goed. Maar de nakomelingen van een paar vliegjes aan het begin van de teelt kunnen in de latere rassen grote schade aanrichten. Aanvullende middelen zijn dus echt nodig,” aldus wetenschapper Helsen.

Als Nederlandse telers worden we buitenspel gezet. Terwijl wij de schoonste producten ter wereld leveren

Het alarmsignaal van de NFO en telers had succes: begin mei besloot Adema na een aangenomen motie dat de telers dit jaar tóch een vrijstelling krijgen voor beide middelen. Hij ziet voldoende vooruitgang in de toepassing. Wel waarschuwt hij dat als de verbeteringen niet doorzetten, toekomstig gebruik van de middelen een lastig verhaal wordt. Ook wil hij van de sector een plan van aanpak om de suzuki-fruitvlieg op alternatieve manieren te bestrijden. Bovendien moet er een permanente toelating voor de middelen komen, vindt de minister. Iets waar ook de telers om staan te springen.

Van Lutterveld: “In andere EU-landen is er wél een permanente toelating. De kersen uit België en Spanje, die vaak nog meer zijn bespoten dan de onze, liggen hier gewoon in de schappen.” Dat maakt het zo wrang, vindt ook Vernooy. Hij heeft net als Van Lutterveld voor een godsvermogen een hoogwaardige driftreductiespuit aangeschaft om de middelen te mogen spuiten. “Als Nederlandse telers worden we buitenspel gezet. Terwijl wij de schoonste producten ter wereld leveren. Bovendien mag ik in mijn perceel ernaast op de bessen diezelfde middelen wél spuiten. Dat valt niet uit te leggen.”

Steriele mannetjes-techniek

De gevreesde fruitvliegjes vermenigvuldigen zich razendsnel. Foto: Bart Nijs De gevreesde fruitvliegjes vermenigvuldigen zich razendsnel. Foto: Bart Nijs

Naar alternatieve bestrijdingsmethodes wordt bij WUR Randwijk – en op andere plekken in de wereld – al jaren onderzoek gedaan. Volgens Helsen zijn er al grote stappen gezet op dat gebied. Hij testte onder meer de effecten van een kleipreparaat om de kersen. Dat bleek geen succes omdat de klei moeilijk afwasbaar is en de kers dus onaantrekkelijk voor de consument. Ook de inzet van inheemse wespen had niet het gewenste resultaat; ze wisten zich geen raad met de Aziatische exoot. De eerdergenoemde netten zijn wél effectief. “Maar er is altijd een combinatie van oplossingen nodig,” aldus Helsen. Ook kansrijk is volgens hem de steriele-mannetjes-techniek. “Daarbij kweek je grote hoeveelheden steriele mannetjes die je loslaat op de boomgaard. Daar verdringen ze de vruchtbare mannetjes, waardoor de eitjes niet bevrucht worden en de populatie slinkt. Recent onderzoek in Frankrijk en Engeland naar deze techniek biedt hoop. Maar de opschaling leidt nog tot hoofdbrekens: er zijn heel veel beestjes nodig en het lukt nu nog niet om ze efficiënt te produceren en steriliseren.”

Bait sprays

Een andere mogelijke oplossing is het gebruik van bait sprays: bespuitingen met lokaas. Helsen: “Je neemt een mengsel van suikers en eiwitten – daar zijn de fruitvliegjes dol op – en combineert dat met een actieve stof die de vliegen doodt. Je hebt hiervoor maar een heel lage dosering nodig, 5-10% van een standaard bespuiting. Het gaat alleen mis als de beestjes massaal invliegen. De combinatie van een bait spray met netten is daarom erg effectief. Maar dan nog blijven voor de korte termijn middelen als Exirel en Tracer nodig.”

Ook de introductie van natuurlijke vijanden biedt perspectief, een vorm van klassieke biologische bestrijding. Zo is er in Zwitserland uitgebreid onderzoek gedaan naar een Aziatische sluipwesp. “In zo’n geval is de vraag altijd: kan deze exoot hier veilig worden ingezet of zorgt die vervolgens ook weer voor een plaag? Er blijkt een stam te zijn die bijzonder selectief is en zich alleen richt op de suzuki-fruitvlieg. Goed nieuws dus. De EPPO heeft deze wesp al positief beoordeeld, nu moet in elk land toelating worden aangevraagd. De voorbereidingen voor ons land worden al getroffen.”

Hoop voor de Nederlandse kersenteelt

Er gloort dus hoop aan de horizon voor de kersentelers. Al zijn de alternatieve oplossingen voor volgend jaar nog geen uitkomst, zegt Helsen: “Hopelijk over twee of drie jaar wel. Maar onderaan de streep is er nu geen blijvende oplossing voorhanden.” Voor de telers is het duimen dat er snel een permanente toelating wordt weggegeven voor Exirel en Tracer. Of en wanneer die er komt, is onduidelijk. NFO-voorzitten Ron Mulders: “We zijn weliswaar belanghebbende, maar we zijn afhankelijk van de leveranciers en de Ctgb. We sporen hen wel aan om snel stappen te zetten, maar officieel kunnen we geen invloed uitoefenen.” Verwacht hij voor volgend jaar groen licht? “Het is giswerk, maar we hebben goede hoop.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin