“Houd er rekening mee dat binnen vijf jaar de helft van de huidige insecticiden in Europa niet meer mag.” Dat werd vorige week zaterdag op het Spruitkoolplatform in Mijnsheerenland geopperd. Dikke kans dat er dan nog meer gespoten gaat worden.
Het is weer eens goed duidelijk geworden hoe slakken een teelt onderuit kunnen halen. Dat werd afgelopen zaterdag duidelijk op het Spruitkoolplatform in Mijnsheerenland, exclusief voor telers van het Spruitencollectief. Aansprekend was de melding van iemand die na twaalf keer slakken bestrijden alsnog met veel sorteerwerk bleef zitten.
Het was dan ook bijna zuur dat juist het voor de slakkenbestrijding opgezette proefveld er nog zonder schade bij lag. Er zaten wel degelijk (zwarte) slakken tussen de planten van het gevoelige ras Clodius, maar die hadden nog amper schade gegeven. “We blijven wachten”, aldus CZAV-adviseur Jelle Knibbe met iets van hoop in zijn stem.
Het aantal witte vliegen was uitgerekend in en rond dit slakkenveldje erg laag. Dat viel op, want in het algemeen was het proefveld vergeven van de witte vlieg. Als mogelijke reden voor dit opvallende beeld werd gewezen op de relatief donkere bladkleur van ras Clodius, dat daardoor minder aantrekkelijk lijkt voor witte vlieg.
Extra aandacht voor luisbestrijding
Vanwege de kennis die in vorige jaren is opgedaan, is er dit jaar geen extra aandacht gegeven aan de bestrijding van koolmot. Wel liggen er naast proeven tegen de slakken en witte vlieg proeven gericht op trips, schimmels en luis. De extra aandacht voor de luisbestrijding werd ingegeven door het verlies van zaadcoating en het toekomstige verlies van Batavia/Movento.
Waarschijnlijk mede daardoor meldden zich afgelopen juni al de eerste melige koolluizen, merkte Cok van der Maarl (Agrifirm) op. In een telling op 16 september scoorde Batavia + Robbester veruit het beste, gevolgd door Benevia + Robbester. Dit resultaat met Benevia was opvallend, omdat die andere jaren een beperkte werking gaf op melige koolluis.
Ook behoorlijk waren Closer + Robbester en Teppeki + Robbester, beide steeds twee keer gespoten (14/6 en 29/7). Dat viel op omdat Teppeki in de praktijk vaak tegenvalt op melige koolluis. Het resultaat van één keer Closer + Robbester viel tegen, zo ook voor viermaal spuiten met Neemazal. Van der Maarl: “Het verlies van middelen gaat door, maar dat wil niet zeggen dat er minder gespoten gaat worden.”
Witte vlieg
Met witte vlieg viel het tot begin juni mee met de druk, vervolgens breidde het snel uit tot een echte plaag. Op het platform ligt een proef in het ras Cobelius (planting 1 mei) met een groot aantal behandelschema’s, waaronder met Batavia.
Batavia of Movento lag altijd aan de basis, maar inmiddels is witte vlieg resistent gebleken tegen de werkzame stof spirotetramat. Dit probleem geldt alleen voor witte vlieg en niet voor trips of luizen. Daarentegen is de werking van spirotetramat goed. Overigens heeft Bayer besloten Movento/Batavia niet Europees te laten herbeoordelen, zodat de toelating vervalt in 2024, met opgebruik in 2025.
Tweemaal Closer inzetten doet wel wat tegen witte vlieg, maar onvoldoende, aldus CZAV-adviseur Emiel Noordermeer. Teppeki laat een beter resultaat zien. Wel tijdig inzetten, direct bij eerste signalering van een vlieg. Het resultaat is het beste als de behandeling nogmaals wordt herhaald. Noordemeer: “Houd wel rekening met een grotere kans op residu(problemen).” Neemazal doet het eveneens goed, in de proef bij 4 behandelingen. Neemazal is voor spruitkool echter te duur in vergelijking met andere middelen.
Druk van trips aan de lage kant
De druk van trips was op het Spruitkoolplatform aan de lage kant, wel met een stevige uitschieter in week 24 (half juni) en een wat hogere druk tussen weken 29 en 32 (half juli – half augustus). Van de in totaal elf schema’s (waaronder één onbehandeld bleef) kwamen de schema’s met meermalen Tracer (elke 10 dagen tussen 19 augustus en 15 september) als beste uit de bus (beoordeling 6 oktober). Wel altijd in combinatie met Attracker. en Robbester of Zipper.
“Hulpstoffen zijn belangrijk”, merkte Koos Arens (Van Iperen) expliciet in zijn toelichting op. Vergelijkbaar goed waren het schema’s met twee keer Benevia, en eenmaal Benevia en eenmaal Gazelle. Verder lagen er twee schema’s met contactinsecticiden van biologische oorspsong, met matig resultaat. Arens samenvattend: “Tracer in combinatie met Benevia blijven hard nodig om trips in de hand te houden, onder kritische omstandigheden zijn hulpstoffen belangrijk om de effectiviteit van die middelen te maximaliseren.”
Dit proefveld was tegen schimmels behandeld met Rudis (29/7), Signum + Promotor (19/0, Amistar Top (15/9) en met Pergado (30/9). Deze bestrijdingen waren zo veel mogelijk gecombineerd met herbiciden om te testen of dit zou kunnen. Dat blijkt het geval, met de kanttekening dat hier niet zwaar gespoten is. De zwaarste bespuiting was hier met Signum/Rudis + Batavia + Robbester.
Samen sterk
Het onderzoeksperceel van het Spruitkoolplatform in Mijnsheerenland (Kasper en Ab Kleijwegt) is ruim een hectare groot met 57 objecten. Dat is uitgebreider dan ooit. Verder is er een proef van het topsectorenprogramma ‘Duurzame koolteelt’. Het Platform wordt gedragen door leden van het Spruitencollectief. Het collectief vertegenwoordigt 83% van het spruitkoolareaal in Nederland.
Het platform krijgt een vervolg op 27 november op het bedrijf van Jan en Ronald Herbert in Zeewolde. Met aanvullende resultaten van de proefvelden in Mijnsheerenland, een proefveld met rassen van Syngenta, en de nieuwe volautomatische Tumoba-spruitkooloogster.