Doorgaan naar artikel

Staken om vervroegd uittreden in zwaar beroep

De bonden willen een permanente zwareberoepenregeling. Een tijdelijke regeling met fiscale korting loopt volgend jaar af, maar het kabinet laat een vervolg op zijn beloop. Stakingen dreigen. Hoe zit dat in de tuinbouw?

Nog tot en met 2025 kunnen alle Nederlanders werkgevers hun oudere werknemers eerder laten stoppen met werken. De uitkering die ze de laatste drie jaar voor zijn of haar pensioengerechtigde leeftijd aan de stoppende werknemer betalen, is tot een bedrag van €2.182 bruto per maand belastingvrij. Daarboven geldt een belasting van 52%.

Deze tijdelijke regeling maakt deel uit van het Pensioenakkoord. Het zou met name voor de zogeheten zware beroepen soelaas moeten bieden. Maar in elk geval in de praktijk van de tuinbouw, waar nog steeds menig oudere werknemer kampt met rug- en schouderklachten, wordt van deze Regeling Vervroegde Uittreding weinig gebruik gemaakt. De werkgevers vinden het te duur, zelfs met die heffingskorting.

Laat sectoren zelf bepalen

Waar het tot verdriet van de vakbonden in Nederland nog steeds aan ontbreekt is een permanente zwareberoepenregeling. Nu is het aan de werkgevers en werknemers in elke sector zelf om te bepalen wat wel of geen zwaar beroep is en wat voor afspraken daarover gemaakt worden. Dat eerste vinden de vakbonden nog niet eens zo’n probleem. Liever de sectoren zelf laten bepalen, dan dat de politiek met criteria en lijsten komt. In Oostenrijk bijvoorbeeld worden beroepen waarbij mannen per dag meer dan 2.000 calorieën en vrouwen meer dan 1.400 calorieën verbranden aangemerkt als zware beroepen. Een nogal simplistische manier van kijken naar de zwaarte van werk.

Wat de vakbonden stoort is dat het kabinet zich nu passief opstelt en het aan de sociale partners laat om het onderling te regelen

Lijsten zijn zelden waterdicht

Lijsten van functies, zoals die in België gelden voor het wel of niet eerder met pensioen kunnen, zijn ook zelden waterdicht. In een lijst van de elf zwaarste beroepen in Nederland staan algemene beroepen als bouwvakker en stratenmaker en ook hovenier en agrarisch medewerker. Maar onder die laatste categorie hangt natuurlijk van alles en nog wat. Het scheelt nogal of je op een zwaar gemechaniseerd tuinbouwbedrijf werkt of op een minder modern bedrijf waar nog veel op spierkracht gedaan moet worden.

Maar zonder enige wettelijke druk tot afspraken komen, dat werkt niet. Wat de vakbonden stoort is dat het kabinet zich nu passief opstelt en het aan de sociale partners laat om het onderling te regelen. Met voortdurend boven de markt hangend dat het dus uiteindelijk helemaal níét geregeld wordt.

Stakingen, maar niet in de tuinbouw

De vakbonden kondigen nu stakingen aan in sectoren met veel zwaar werk én goed georganiseerd vakbondswerk. Bouw en metaal voorop, dus. En tuinbouw achteraan. Niet dat in de tuinbouw het onderwerp niet speelt. In aanloop naar nieuwe tuinbouw-cao’s geven de leden steevast aan dat ze graag eerder zouden willen stoppen met werken, weet FNV- en Colland-bestuurder Leo van Beekum. Maar in de praktijk komt het in de cao’s nu niet verder dan wat in de wandelgangen een ouwelullenregeling heet. Medewerkers kunnen vanaf drie jaar voor hun AOW 80% gaan werken voor 90% van het loon en 100% van de pensioenopbouw.

Maar voor de medewerkers in de lagere loonschalen is 10% loon inleveren financieel al moeilijk, volgens Van Beekum. “Dat zijn vaak eenverdieners, soms met nog inwonende kinderen. Dus blijft de deelname aan deze 80-90-100-regeling beperkt tot zo’n 20% van de mensen die er voor in aanmerking zouden kunnen komen. En dat zijn dan juist de wat hoger ingeschaalden. En juist niet degenen die het zwaarste werk op de bedrijven doen.

Opgepoetst uitzicht op werkgeverschap

Vorige maand startten de tuinders en boeren een nieuwe arbeidsmarktcampagne onder de noemer ‘Beter uitzicht’. Met vooral een opgepoetst uitzicht op het goede werkgeverschap en de mooie bedrijven. Dat de discussie over gezond je pensioen halen in de tuinbouw nauwelijks speelt, omdat het ook maar gaat om een handjevol van die ouderen die nog in loondienst zijn, geeft dan wel te denken. Liever jonge en fitte arbeidsmigranten halen om het wel degelijk nog steeds zware werk te komen doen? Of toch investeren in het gezond houden van eigen vaste medewerkers?

Dat laatste zou ook al kunnen in de vorm van een goede regeling. De garantie dat je op tijd én met behoud van koopkracht kunt stoppen, heeft volgens de bonden namelijk ook zo zijn inverdieneffect. Naar de vervroegde pensioendatum zullen de oudere werknemers zich minder vaak ziek melden. En de jongere werknemers die vervolgens hun plek innemen, zijn minder duur.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin