Nederland is niet van plan de uitwerking van het nationaal strategisch plan tot in detail te delen met de Europese Commissie. In een brief aan Europees landbouwcommissaris Janusz Wojciechwoski stelt landbouwminister Henk Staghouwer dat dat te ver voert.
In het nationaal strategisch plan werken lidstaten uit hoe ze in hun eigen land de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (klimaat, milieu, dierenwelzijn, bodem, water, lucht, biodiversiteit) omzetten in maatregelen.
Gebiedsgerichte aanpak
In Nederland komt een deel daarvan neer in de gebiedsgerichte aanpak. De nationale inzet (onder andere via € 25 miljard in het transitiefonds stikstof) wordt gecombineerd met de bijdrage die via het gemeenschappelijk landbouwbeleid aan Nederland wordt toegekend.
Staghouwer vindt dat de Europese Commissie vertrouwen mag hebben in de Nederlandse aanpak en de bevoegdheid om dat wat nationaal geregeld kan worden ook nationaal geregeld mag worden. Staghouwer wijst de landbouwcommissaris op de uitgangspunten vertrouwen en subsidiariteit.
Nationaal strategisch plan
De minister is best bereid het Nederlandse nationaal strategisch plan beter voor het voetlicht te brengen. Toen het plan werd ingediend, was het huidige kabinet nog niet aangetreden. De plannen uit het coalitieakkoord konden in het strategisch plan niet worden toegelicht of uitgewerkt.
“Ik ben bereid om aanvullende informatie te verstrekken zodat uw diensten voldoende beeld kunnen vormen om het nationaal strategisch plan goed te keuren. Het voert echter tè ver om al het nationale beleid in detail te beschrijven”, aldus de minister, die daaraan toevoegt dat het ook niet mogelijk is om aan te geven hoe de gelden uit het transitiefonds worden besteed, omdat het parlement daarover nog beslissingen moet nemen.
Ecoregelingen
Nederland trekt jaarlijks € 152 miljoen van de ongeveer € 800 miljoen aan Europees landbouwgeld uit voor de zogenoemde ecoregelingen. Dat zijn regelingen waarmee boeren extra vergoedingen kunnen krijgen voor verbetering van bodemkwaliteit, biodiversiteit en milieukwaliteit.
In 2023 is nog ruim € 600 miljoen beschikbaar voor de directe inkomenssteun en de ecoregelingen. In de loop van de GLB-periode wordt een toenemend deel daarvan overgeheveld naar bij voorbeeld het agrarisch natuurbeheer, veenweideboeren en de overgangsgebieden rond Natura 2000-gebieden.
De basispremie in de inkomenssteun wordt minder (in 2023 € 220 per hectare dalend tot € 165 per hectare in 2027). Bedrijven die kleiner zijn dan 60 hectare krijgen daar nog een bedrag bovenop.