De belangrijkste stadsmythe – die ik altijd met veel geduld weerleg – is dat groenten uit een kas niet lekker en gezond kunnen zijn. “Die missen toch een echt het Spaanse zonnetje he, en dat proef je”, zeggen ze dan.
Net als de meeste lezers hier ben ik opgegroeid tussen glas en groen. Maar inmiddels woon ik al jaren in de grote stad. Ik ben een stadsmens geworden. En in de stad hoor ik vaak totaal andere verhalen over groenten en fruit dan wanneer ik voor mijn werk een tuinder spreek.
De belangrijkste stadsmythe – die ik altijd met veel geduld weerleg – is dat groenten uit een kas niet lekker en gezond kunnen zijn. “Die missen toch een echt het Spaanse zonnetje he, en dat proef je”, zeggen ze dan.
Ik leg dan uit dat een warm gewas in gecontroleerde omstandigheden een hogere opbrengst per vierkante meter heeft. Ik vertel dat je ziekten en plagen veel milieuvriendelijker kunt beheersen in een kas. Met beestjes en biologisch evenwicht. En dat je minder liters diesel per tomaat nodig hebt als je ze dichtbij de afzetmarkt produceert.
Ook leg ik uit dat voor de energie die nodig is om de kas te verwarmen steeds inventievere methoden worden ontwikkeld. En dat die tuinders door hun kas te verwarmen ruim anderhalf miljoen huishoudens schone stroom leveren. En dat ze dan ook nog de CO2 in de plant stoppen in plaats van in de lucht. Dat aardwarmte helemaal het nieuwe ding is.
Ik vertel het verhaal eenvoudig en kort. Want stadsmensen hebben meestal maar weinig tijd en overal een mening over. Maar de reactie is bijna altijd: “Is dat echt zo? Dat wist ik niet.”
Goed verhaal
Helaas spreek ik te weinig medestadsmensen om echt verschil te maken in de beleving die ze hebben bij Nederlandse groenten en fruit. Maar hoe kan het toch, dat allerlei innovaties – die inmiddels al helemaal niet nieuw meer zijn – als biologische bestrijding, wkk, CO2-hergebruik, aardwarmte – bij de stadsmens totaal onbekend zijn?
Vorige week maakte ik het voor het eerst in mijn stadse leven mee dat iemand op eigen initiatief zijn sympathie over die Nederlandse tuinders uitsprak. “Gave actie van die tuinders. Met die stickers bij Albert Heijn”, meldde die stadse kennis mij. Hij had het over de actie ‘jokers plakken, boeren pakken’, de actie van Youth Food Movement tegen de kortingsplannen van dit grootwinkelbedrijf.
Ik heb hem maar niet verteld dat er nauwelijks één tuinder aan die actie had meegedaan. De actie was namelijk verzonnen door jonge mensen met een passie voor goed en eerlijk voedsel. Stadsmensen.
Efficiënt en milieuvriendelijk voedsel produceren, dat kunnen stadsmensen misschien niet. Maar een goed verhaal vertellen, dat kunnen ze wel. Zou ik een tuinder met een goed verhaal zijn, dan zou ik dat verhaal laten vertellen door een stadsmens.