Ik lees de Trouw. Een prima krant, echt waar, maar. Hun redacteuren op het gebied van landbouw en natuur lopen waarschijnlijk in het weekend met nordic walking sticks over de hei en komen zelden tot nooit op moderne land- of tuinbouw bedrijven. Toch schrijven ze over onze sector alsof ze er verstand van hebben.
Dat dwong mij al een keer een brief in te sturen over hun standpunt dat alle kippenvleesproductie in Nederland zo diervriendelijk mogelijk moest zijn. Eerlijk is eerlijk, ze plaatsten niet alleen die brief, ik mocht die week zelf het hele podium vullen, toch bijna een halve pagina.
Nu erger ik me weer aan hun artikelen over stadstuinbouw. Daar schrijven ze bijna wekelijks over en op een manier alsof dit de toekomst wordt voor alle stadsbewoners. In bijzonder irritante artikelen gooien ze begrippen als stadslandbouw, lokale voedselproductie en eetcultuur door elkaar. Aan de ene kant roemen ze de ‘nostalgische manier’ van telen in de volle grond, aan de andere kant zien ze in de teelt onder LED verlichting in grote gebouwen aan de rand van de stad ‘een oplossing voor de grote steden’.
Ik kan dat totaal niet rijmen. Als de teelt van teelt van bloemen onder glas al denigrerend afgedaan wordt als ‘onnatuurlijke, fabrieksmatige teelten’, wat voor imago krijgen dan groente uit een voormalige fabriekshal? Bovendien, zouden die mensen dan weten hoe veel of hoe weinig kilo’s product er uit zo’n hal zullen komen? Realiseren ze zich dat de natuur helemaal buitenspel wordt gezet en dus ook niet (gratis) licht, warmte, water en CO2 kan leveren?
Hebben zij, tot slot, wel eens de kooloogst bekeken? De ongelofelijke aantallen en kilo’s kool gezien die de natuur op één hectare kan produceren? Daar liggen onze kansen! Hoe brengen we dat over de bühne?