De Nederlandse Staat van Plantgezondheid schetst voor fruitteelt een lastige positie, waar een forse rassenvernieuwing niet het enige antwoord is.
Schurftresistente appelrassen staan onder druk. De schurftschimmel doorbreekt resistentie relatief gemakkelijk. Op veel locaties zijn rassen als Santana en Topaz niet meer schurftresistent. Dat zijn rassen met één resistentiegen. Op dit moment is de aanbeveling om tenminste drie resistentiegenen te gebruiken voor een goede schurftresistentie.
Elstar en Conference vervangen
Vanuit oogpunt van het terugdringen van gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, zouden hoofdrassen Elstar en Conference moeten worden vervangen. Deze percelen worden jaarlijks tien tot twintig keer bespoten tegen schurft. Sinds enkele jaren wordt het hoofdperenras Conference als zeer vatbaar geclassificeerd: de schimmelpopulatie is zich steeds meer aan het aanpassen en wordt daarbij geholpen door de monocultuur, schrijven de onderzoekers.
Ook de kankerproblematiek neemt toe door de introductie van smaakvolle nieuwe rassen die vatbaarder zijn. Er is ook een opvallend indirect effect. Het toenemende gebruik van schurftresistente rassen versterkt de overige ziekteproblematiek doordat bespuitingen tegen schurft vervallen, terwijl deze ook werken tegen vruchtboomkanker en schilproblemen, zoals regenvlekkenziekte.
Risico’s van klimaatverandering
Naast deze al langer bestaande zorgen in de fruitteelt, zijn er opdoemende gevaren. Bacterievuur, de bruin-gemarmerde schildwants en perenbladvlo trekken noordwaarts vanuit bijvoorbeeld Italië door hogere temperaturen. De schildwants prikt de appel- en peervruchten aan. De schildwants is inmiddels al aanwezig in boomgaarden in het zuiden van Nederland. Daarnaast maken natte perioden, die door klimaatverandering vaker optreden, boomgaarden vatbaarder voor vruchtboomkanker. De hogere wintertemperaturen laten insecten, mijten en dopluizen de winter beter overleven, waardoor ze in het groeiseizoen tot meer schade kunnen leiden.
Ook de fruitmot kan explosief toenemen, omdat er een tweede generatie per jaar ontwikkeld kan worden door hogere temperaturen. Deze rupsen brengen ernstige schade toe aan vruchten. Nattere winters kunnen daarnaast leiden tot een kleinere populatie oorwormen. Oorwormen zijn natuurlijke vijanden van de perenbladvlo, die schade aan peer veroorzaakt.
Het voorkomen van de Suzuki-fruitvlieg wordt beperkt beïnvloed door klimaatverandering. Deze fruitvlieg gedijt juist goed bij een koeler en vochtiger klimaat, dan in ons toekomstige klimaat. Echter kunnen warme winters er wel toe leiden dat de soort beter kan overleven.
Programma’s weerbare teeltsystemen
Het antwoord op veel van deze dreigingen zit in weerbare teeltsystemen. Programma’s als Fruit 4.0 lopen al enkele jaren. De Staat van Plantgezondheid ziet kans om ziektes, plagen en onkruiden gerichter te bestrijden door nieuwe technieken met sensoren. Ook verhoging van de plantweerbaarheid is een kans, door bijvoorbeeld de afweerstoffen te stimuleren bij bomen. Ook introductie van mengteelten, waarbij rijen worden afgewisseld met matig gevoelige schurftrassen is zo’n kans, net als teelt in potten en containers voor kleinfruit en teelt van appel in sleuven in zandgebieden.