Nog een keer beregenen of juist niet beregenen? Het was een van de afwegingen die afgelopen vrijdag ter sprake kwam tijdens een veldexcursie bij spruitkoolteler Sjaak Verhaar in Zeewolde. Het betrof een perceel met het ras Abacus met planten die ondanks de droogte mooi op lengte waren gekomen. Het gewas had in de loop van mei te maken met een hoge koolmotdruk, in deze dagen dreigt een oplopende druk van trips.
Het spruitenperceel, in een planting van half april, kreeg in de loop van mei te maken met een flink oplopende druk van koolmot. Dat werd aanvankelijk bestreden met Steward plus Zipper. De koolmotdruk bleef aanvankelijk nog hoog, waarna werd overgeschakeld Tracer (3x) en Steward (1x). Dat pakte goed uit. Het gewas is echter nog niet volledig insectenvrij, met name onderin is het gewas nog niet volledig schoon. Dat is niet zonder gevaar, aldus adviseur Cok van der Maarl van toeleverancier Agrifirm. “Elke mot die nu nog eitjes legt, geeft schade”, hield hij zijn toehoorders voor. Uitgezonderd Verhaar waren daar geen telers bij, want het publiek bestond verder volledig uit toehoorders van toeleverende bedrijven.
Steuntje in de rug
Bovenop de nog sluimerende druk van koolmot, bestaat er in deze periode de dreiging van trips, aldus Van der Maarl. In de weken 30 en 31 loopt de druk elk jaar flink op, parallel aan het strijken en afsterven van de uien. “Dat zien we nu ook gebeuren.”
Door het mineraliserend vermogen van de jonge zeeklei rond Zeewolde, behoort Verhaar normaliter niet tot de telers met de allervroegst afrijpende spruiten. Gezien de stand van zijn gewas zou dat dit jaar gunstiger uit kunnen pakken, oppert hij. Een overweging daarbij is om het gewas nog een keer te beregenen, na een gift van 100 kilo zuivere N per hectare. “Dat is eigenlijk niets”, aldus Verhaar, “maar je geeft het gewas een duwtje dat de vitaliteit bevordert en je stimuleert mogelijk ook de lengtegroei.” Indien aan de orde, kan later getopt worden. Beregenen betekent in dat geval echter wel dat de afrijping juist enige vertraging kan oplopen. Daar staat echter tegenover dat voor een goede slagingskans van de insectenbestrijding het gewas aan de groei moet zijn. Verhaar: “Wat mij betreft een belangrijke reden om toch te beregenen.”
Calypso inzetten tegen trips
Verhaar is een van de telers die in zijn spruitkool heeft afgezien van de inzet van pyrethroïden. Het argument is dat de tripsdruk in de regio doorgaans groter is dan de druk van koolvlieg. Afzien van pyrethroïden speelt de populatieopbouw en aanwezigheid van tripsbestrijdende natuurlijke vijanden in de kaart. Door de lage luisdruk tot nu toe, is er nu bovendien ruimte voor Calypso tegen trips. Normaal gebeurt die inzet in combinatie met pyrethroïden, aldus van der Maarl. De vraag is dan hoe de solo-inzet van Calypso uitpakt zonder die toevoeging. Volgens Calypso-licentiehouder Bayer is onrust daarover niet nodig. Volgens het bedrijf werkt Calypso tegen zuigende insecten, met een goede nevenwerking op trips.
Inzet van Brassitrel
Van der Maarl wees ook nog op de inzet van Brassitrel, dit is een bladmeststof die bestaat uit een mengsel van spoorelementen, ‘waarvoor kool dankbaar is’ zoals Borium, Mangaan en Molybdeen (+ Magnesium. Het product bevat verder stikstof en calcium. Van der Maarl: “Het is een zachte combinatie, die met elke bespuiting kan worden bijgemengd. We zijn dit jaar tijdig met de inzet ervan gestart om het gewas vitaal te houden.
Verder is een keer gespoten met Rudis vanwege echte meeldauw en Alternaria op de stam. Dat zijn voorlopig de enige schimmels die je in de gaten moet houden met het vochtiger en langer worden van de nachten.”