Spruitkool: ‘NVWA ziet problemen niet’

“Hoe kun je een kwaliteitsproduct leveren, als je niet over de instrumenten beschikt om dat voor elkaar te krijgen”, reageert spruitkoolteler Jan Herbert in Zeewolde naar aanleiding een filmpje (zie hieronder) dat hij en zijn broer Ronald vorige week maakten van het frezen van hun gewas. Herbert klinkt vertwijfeld, maar vooral heel erg pissig. “De tuinbouw wordt naar de klote geholpen.”

Druk van insecten

De druk van insecten als trips is te groot geworden om een gewas nog met een acceptabele zekerheid tot een goed einde te brengen, constateert hij. “Dat geldt voor spruitkool, maar ook voor andere brassica’s en gewastypen als bladgewassen en uien: In onze regio, in het zuidwesten, en in het buitenland. Waar je voorheen nog met 8 tot 10 behandelingen toe kon, word je nu gedwongen tot een veelvoud aan bespuitingen, met middelen waarvan iedereen weet dat de werking onvoldoende is. Waar ben je dan nog mee bezig, als je ook weet dat er andere middelen beschikbaar zijn, maar dat die vanwege ambtelijke onkunde niet gebruikt mogen worden.”

Onkunde

Zijn kritiek richt zich op de snelheid van het toelatingenbeleid door het Ctgb, maar vooral op de NVWA. Zij is verantwoordelijk voor het verlenen van tijdelijke middelvrijstellingen voor knelpunten in de teelt. De NVWA ziet trips in spruitkool niet als knelpunt, daarbij verwijzend naar het beschikbare middelenpakket. “Het is heel simpel: men heeft daar te weinig kennis in huis om echt te weten wat er speelt, en men is niet bereid zich werkelijk te verdiepen in problemen waarmee de praktijk geconfronteerd wordt. Daar kun je niet tegenaan boksen, zo drijf je telers willens en wetens naar de uitgang.”