Op Schouwen-Duiveland oogst Raymond Sonneveld in de eerste week van maart de laatste spruiten. “De kwaliteit is nog best goed, maar het weer wordt zachter dus ze moeten er nu wel echt af.”
Sonneveld kijkt terug op een redelijk goed jaar. “De prijzen waren goed, de productie was minder en er zat dit jaar best wat werk aan. Dit jaar was daarom geen overloper. Het ging niet van zelf. De sortering was ook minder geweest, maar dat valt nu weer mee. Er is ook wat meer vraag naar fijne spruiten, als blijft de markt wisselend.
Bedrijfsopzet
Sonneveld heeft in Dreischor totaal 90 hectare. Spruiten vormen met 40 hectare de hoofdteelt en daar is vader Piet in 1978 mee begonnen. Poortaardappelen zijn een goede tweede teelt. Daarnaast teelt hij tarwe en ui. De oogst begint al eind augustus en met Albarus haalt hij de eindstreep eind februari/begin maart. Door het seizoen heen teelt hij zo’n 6 rassen. In de huidige opzet kan Sonneveld nog goed uit de voeten met een 2-rijige oogstmachine van Tumoba Eenmaal gesorteerd worden de spruiten opgehaald door Polderland Groenten B.V. die ze verpakt en verhandeld.
Dit jaar viel het mee, maar trips en witte vlieg kunnen zo maar de kop op steken
Bouwvoorlichter vervangt ploeg
Als de spruitenoogst erop zit, begint het onderhoud aan de plukmachine. In de eerste week van april volgt dan weer het planten. Sonneveld komt met spruiten gemiddeld eens per 2,5 jaar terug op dezelfde grond, maar soms teelt hij ze 2 jaar achtereen. In dat geval wordt de bouwvoor gelicht met een soort grubber die de grond (25% afslibaar) mooi weglegt. “Dat gaat prima, we werken met een frees voorop de trekker om de ‘strukken’ van de vorige teelt fijn te krijgen. We ploegen dus niet.” Na een vroege teelt wil hij in september nog wel eens een groenbemester zaaien, maar dat lukt niet altijd.
Nieuwe uitdagingen
Sonneveld kijkt uit naar het nieuw seizoen, maar verwacht zeker weer nieuwe uitdagingen. Is het niet vanwege het weer dan wel door insectendruk. “Dit jaar viel het mee, maar trips en witte vlieg kunnen zo maar de kop op steken. Dat wordt lastig, zeker als er middelen verdwijnen.”
Auteur: Marga van der Meer