Met zo’n voorjaar als dit gaat het wel goed komen’
Peter Vijverberg teelt aardappelen, uien en spruiten, dit laatste gewas al wel 25 jaar. Zijn bedrijf ligt in Ouwerkerk op Walcheren, de aanwezigheid van zoet water is hier niet vanzelfsprekend. Het beschikbare water is brak, en soms ronduit zout. Toch is dat doorgaans geen probleem, aldus Vijverberg. “Het laatste voorjaar dat het eigenlijk te droog was voor een vlotte start van de teelt, was een jaar of vijf geleden”, herinnert hij zich.
Eerst Irene, dan Gustus
De eerste planten voor het komende seizoen werden op 13 april afgeleverd. “We starten dan met het ras Irene, een week later gevolgd door Gustus. Die Gustus hoop ik dan als eerste te plukken, als het loopt zoals gepland.”
Zijn grond ligt overal geploegd, op één stuk na. Die grond is ‘wat anders dan anders’, en moet in het najaar geploegd worden. Op dat moment was dat door de nattigheid niet mogelijk. “Ploeg je dan later, dan loop je kans dat het een keiharde plaat wordt. Die grond trekken we deze keer 30 centimeter diep los, verder doen we daar niets aan.”
De overige grond is eveneens onder invloed van het weer (pas) in de loop van februari omgelegd, en nog voor een klein deel na 10 maart, dat was de pluk van de laatste winterspruiten. “Het mooiste is natuurlijk dat er nadien de vorst nog overheen gaat, maar met zo’n voorjaar als we tot nu toe hebben gaat het ook wel goed komen. Er moet wel een buitje overheen, maar dan krijg je de grond ook mooi fijn.”
Cyrus weer terug
Wat de rassenkeus betreft zijn er weinig verschuivingen, op Cyrus na. “Die is weer terug, al ben ik daarmee wel geminderd in vergelijking met 2 jaar geleden. Ik zit nu op zo’n 60 procent van het areaal van toen, de weggevallen oppervlakte vul ik in met de rassen Irene en met Staedia.”
Bron: Groenten&Fruit – Auteur: Joost Stallen