‘Geen risico, we starten met Crispus’
Marcel Verkerk in Ter Aar heeft zijn spruiten nog nooit door vorst ten onder zien gaan. “We telen tot Kerst, nooit langer. Daarna doen we twee weken niet te veel en dan is het tijd voor machineonderhoud, de planning voor het volgende seizoen, kunstmest strooien over de vorst, en zelf de accu weer op opladen.”
Geen risico nemen
Het huidige spruitenseizoen is voor Verkerk op vrijdag 30 maart echt begonnen met het uitplanten van de eerste planten. Die zijn van het ras Crispus. “Crispus mag je vanaf 1 april planten, zonder gevaar voor schieters. Het is het vroegste knolvoetresistente ras. Deze teelt komt op een stukje licht land, dat eerder ook van een spruitenteler is geweest. Het is zwart land met een hoog organische stofgehalte, met een pH die aan de lage kant is. Ik wil het risico op knolvoet niet lopen, vandaar deze rassenkeus. De oogst zal begin oktober worden.
Ons vroegste ras wordt Abacus, in september, die willen we 14 april gaan planten. Daarna volgen Dimitri, Octia, Sofia, Kobus en Profitus. Onze afnemer vraagt fijnere spruiten, vandaar deze keus. Profitus is voor ons nieuw, ter vervanging van Aurelius, die gaf vorig jaar veel door koolvlieg aangetaste spruiten.”
Zware trekker
Verkerk zit met zijn spruiten in de Haarlemmermeer, voor de vroege rassen op zavelgrond, en voor de latere rassen op wat zwaardere grond. Al het ploegwerk gebeurt als het even kan in het najaar. “Vandaar dat we dus ook op tijd stoppen, rond 15 en 20 december. En het personeel wil dan ook wel naar huis.”
Het planten – met een Ferrari – gaat in combinatie met een hakenfrees voorop de trekker. “Die egaliseert beter dan een kopeg of een kleine frees. Er zit ook zo veel kracht in dat de grond altijd fijn genoeg gemaakt wordt. Zo leg je de grond in een keer plantklaar, voorbewerken is nooit nodig. Je hebt er wel een behoorlijk trekker voor nodig. We werken met een New Holland van 220 pk, die staat op banden voor rijencultuur.”
Wat grotere planten
De planten komen van kwekerij Noordam in trays met 176 cellen. “De plantmachine komt het beste tot zijn recht met deze grotere kluitplanten, kleine planten worden wat makkelijker begraven. Dat rechtvaardigt de keus voor grotere planten, vind ik. Bovendien zijn deze planten in vergelijking met kleine kluitplanten wat beter opgewassen tegen hazen en duiven.”
De onkruidbestrijding gaat normaal met Butisan S, mits het voldoende vochtig is. Anders komt het aan op uitsluitend mechanisch onkruid bestrijden met de Weedfix: een rotorweeder die iets weg heeft van een kopeg: voor het onkruid tussen de rijen en door het aanaardend vermogen van dit apparaat, ook voor het onkruid in de rij.
Bron: Groenten&Fruit – Auteur: Joost Stallen