Spint is de afgelopen periode een lastig onder controle te houden plaag, zo bleek tijdens de uitwisseling van teeltervaringen op een door LTO Groeiservice georganiseerde komkommerexcursie in het Drentse Klazienaveen.
Verschillende telers hebben correcties met Floramite toe moeten passen, omdat spintroofmijten de snel groeiende spint-populatie niet meer bij konden benen. Naast de snelle toename op zich, leefde soms ook het idee dat het spintprobleem meer kans had gekregen om toe te slaan doordat er weinig ervaren werknemers meer zijn die de plaag in een vroegtijdig stadium herkennen en dit doorgeven aan de teler.
Diverse telers hadden ook last van Pythium-planten. In een situatie met hoge temperaturen in combinatie met donker weer, wat dit jaar het geval was, werd mogelijk wat te veel water gegeven. Zeker op perliet is de neiging groter om makkelijker water te geven, terwijl dit substraat-type na een enkel jaar niet veel droger meer is dan steenwol.
Tot begin augustus was er weinig bontvirus waar te nemen, maar later was soms ineens een vrij explosieve toename te zien. Het ras Bonaire, dat virussymtomen veel minder toont dankzij resistentie-eigenschappen, blijkt goed bruikbaar. Onder donkere weersomstandigheden kan het ras soms wel ineens veel gewasgroei geven. Iets meer dunnen lijkt raadzaam om te voorkomen dat de plantbelasting tijdelijk te hoog oploopt, en het gewas daardoor uit balans raakt.
Een soortgelijke ervaring was er met Laureen, die bij weinig licht ook veel kleine vruchten kan geven met daarna ineens lange ranken, als er onvoldoende vruchtdunning door kort toppen plaats vindt. Dankzij het open gewastype hoeft bij die maatregel niet gevreesd te worden dat de planten daardoor ineens helemaal vol zullen groeien.