De afgelopen weken heb ik veel gezwommen. Het liefst doe ik dat in open water, vooral in een van de Lekplassen bij mij in de buurt. Ik hoop dan altijd maar dat ik geen buikklachten of huiduitslag krijg.
Openwaterzwemmen blijft toch een beetje een gok. Dat bleek ook tijdens de Olympische Spelen. Zo’n €1,4 miljard is er uitgegeven om de Seine schoon te krijgen voor de triatlon en het openwaterzwemmen. Maar zelfs dat was niet genoeg. Er werden toch meerdere atleten ziek.
Daar moest ik wel een beetje om lachen, maar eigenlijk is het niet om te lachen. Het laat zien dat veel oppervlaktewater vies is en dat het moeilijk schoon te krijgen is als het eenmaal vies is.
Doelen Kaderrichtlijn Water
De opgave om de waterkwaliteit te verbeteren komt in Nederland in een stroomversnelling. In 2027 moeten onze sloten, rivieren, kanalen en meren voldoen aan eisen van de Kaderrichtlijn Water en het is nu al duidelijk dat dit nooit overal gaat lukken.
Er komen binnenkort nieuwe cijfers naar buiten over de waterkwaliteit in Europa, maar bij de vorige meting bungelde Nederland nog onderaan het lijstje in de EU. Er zitten onder andere te veel meststoffen, microplastics, medicijnresten en gewasbeschermingsmiddelen in het water. En even ter herinnering: al in het jaar 2000 zijn die afspraken over waterkwaliteit gemaakt. Maar bijna 25 jaar later is nog steeds maar ongeveer 1% van het Nederlandse oppervlaktewater echt schoon genoeg volgens de Kaderrichtlijn. Een kwart van het water is redelijk schoon.
Volgens de definitie van de zwemwaterrichtlijn is overigens wel 70% van het water ‘schoon’. Dat is dus wat anders dan de ecologische waterkwaliteit waar de Kaderrichtlijn naar kijkt.
Collectief probleem is niemands probleem, dus overheid in actie
Belang van schoon water
Maar laten we het probleem niet bagatelliseren. Net zoals bij de stikstofcrisis zullen de gevolgen groot zijn als de doelen voor schoon water niet gehaald worden. Uiteindelijk gaat het niet om het vermijden van boetes of het afvinken van eisen of om zwemplezier of mooie beelden bij de Olympische spelen. Schoon drinkwater en irrigatiewater zijn van levensbelang.
Maar omdat een collectief probleem vaak niemands probleem is, moet de overheid in actie komen. Onze politici hebben daarbij vaak de neiging om in het (kortetermijn)belang van burgers, boeren en bedrijven in Brussel te vragen om uitstel. Maar het vooruitschuiven van dit soort problemen is in niemands belang. Daarvoor is water te belangrijk.