Ondanks dat bij sleuventeelt in appel maar in 10 tot 15% van het normale wortelvolume geteeld wordt, is de productie met dit systeem meestal hoger dan bij teelt in de vollegrond. Op Proeftuin Randwijk, een locatie van Wageningen Plant Research, worden met het appelras Junami jaarlijks topproducties van ruim 60 ton per hectare gehaald, terwijl de productiennorm voor Junami 45 ton per hectare bedraagt.
De sleuventeelt is ontwikkeld voor het gewas appel. Hierbij wordt geteeld in een sleuf van ongeveer 30 centimeter breed en 50 centimeter diep die gevuld is met leemarme, fijn zand. De sleuf is bekleed met een dunne HDPE- of HDPP-plaat en onderin ligt een drain. De sleuventeelt is gecreëerd voor zandgronden die besmet zijn met schadelijke aaltjes, maar is ook geschikt om problemen met honingzwam en wateroverlast tegen te gaan.
Mogelijkheid scheutgroeiregulatie
De belangrijkste factoren voor het succes van het systeem zijn de substraatkeuze en de mogelijkheid van scheutgroeiregulatie via de watervoorziening, concludeert Wageningen Plant Research. De mogelijkheid om, afhankelijk van de situatie, de scheutgroei te stimuleren of te remmen, is van wezenlijk belang voor een goede bloemknopvorming en vruchtkwaliteit. Het gekozen substraat maakt het mogelijk om de scheutgroei te stimuleren, omdat bij het geven van veel water er tevens voldoende zuurstof beschikbaar blijft voor de wortels. Daarnaast heeft dit substraat bij bodemwaterpotentialen rond -50 kPa voldoende waterbuffering om het substraat gedurende lange tijd op dit niveau te kunnen houden en de scheutgroei te remmen.