Binnen het NPPL-project was voor fruitteler Martijn Slabbekoorn in Kapelle de boomspecifieke inzet van GA4/7 op peer en dunningsmiddelen op appel een van de speerpunten.
Met drones zijn de verschillen in bloei in beeld gebracht. Vanuit het NPPL-project is proefsgewijs hetzelfde gedaan met een sensor achter de trekker. De informatie die dit heeft opgeleverd, dient als vergelijking met de dronemetingen.
Niet (peer)boomspecifiek
Bij peer was het plan om alleen de minder goed bloeiende bomen met GA4/7 te behandelen. De gibberelinnen in het middel zorgen voor een betere vruchtzetting. Dat is wenselijk bij slechte bloei, bij goed bloeiende bomen geeft dat juist te veel vruchten. “De voorgenomen boomspecifieke bespuitingen zijn niet uitgevoerd. Daarvoor moet het droog en voldoende warm zijn, in werkelijkheid was er dit voorjaar maar een dag geschikt voor spuitwerk. Ik heb toen besloten om met mijn 3-rijenspuit alle bomen in het proefperceel te spuiten. Daarmee is het in tegenstelling tot mijn nieuwe 1-rijige spuit niet mogelijk boomspecifiek te spuiten. Daarnaast speelde mee dat de verschillen in bloei per boom niet erg groot waren”, aldus Slabbekoorn eind mei.
Vanwege het koude weer tijdens de bloei en enige schade door nachtvorst durfde ik de inzet van ATS dit jaar niet aan
Dunning op appel
Bij appel zijn tijdsens de bloei eveneens dronebeelden gemaakt als input voor de taakkaarten om boomspecifiek te dunnen. Zo kunnen de bomen met de meeste bloei heel gericht al vrij vroeg met het dunningsmiddel ATS worden behandeld. ATS leidt tot verbranding van de bloemstijlen, zodat de wat latere bloemen niet meer bestoven worden. “Vanwege het koude weer tijdens de bloei en enige schade door nachtvorst durfde ik de inzet van ATS dit jaar niet aan. Net als voor peer was het bovendien lastig geschikte spuitmomenten te vinden: voor ATS moet het echt droog zijn.”
BA of Brevis
Met het huidige warmere weer komt de inzet van het vruchtdunningsmiddel BA of Brevis in beeld. Maar vanwege het koude, natte weer in de afgelopen maand is de zetting minder en de kans op een zware rui groter. Daarom wil Slabbekoorn het nog wat voorzichtig aan doen. Eind vorige week verwachtte hij BA te spuiten. “Dat hoeft niet boomspecifiek en werkt niet snel te straf. Brevis geeft veel meer risico op te veel dunnen, ik wil dat alleen inzetten op de bomen met de meeste vruchtjes. Ik twijfel nog wel het middel alleen op de koppen van de betreffende bomen in te zetten. Voor dat het zo ver is wil ik eerst zien hoe het gewas dan oogt”, gaf hij eind vorige week aan. Van belang daarbij is de ontwikkeling van de zaden in de vruchten.
Selectief wortelsnoeien
Na de juni-rui staat nog het boomspecifiek wortelsnoeien voor groeiremming gepland. Interessant is dat de informatie voor de daarvoor benodigde taakkaart van verschillende bronnen komt. Allereerst van de dronebeelden van de bloei: “Bomen met veel bloesem en vruchten wortelsnoei je minder snel”. Daarnaast van de beelden van de sensoren voor het boomspecifiek spuiten. “Daarmee meet je ook de verschillen in groei per boom. Verder gebruik je bodemkaarten als informatiebron, omdat je bomen op van nature droogtegevoelige grond niet wilt wortelsnoeien.”
Auteur Wouter van Teeffelen