Doorgaan naar artikel

Sla kijken in Franse plastic tunnels

De landelijke slacommissie van LTO Groeiservice reisde af naar het Zuid-Franse teeltgebied in de Provence, om daar de slateelt onder plastic tunnels te bekijken.

Onder extreem koude omstandigheden voor de tijd van het jaar, versterkt door een straffe mistral-wind, zochten Nederlandse slatelers in de tweede week van februari een aantal Franse collega’s op. Meer over de buitenlandexcursie is te lezen in weekeditie 9 van Groenten & Fruit actueel. Een foto-impressie staat elders op de website.
Een bezocht biologisch handels- en teeltbedrijf is ‘Les Jardins de Noah’ in het plaatsje Bellegarde. In de zomer worden hier courgettes, meloenen, tomaten en andere gewassen geteeld. Zo’n 80 procent van deze zomerteelten blijft in Frankrijk. De arbeidskosten van 12,50 per uur maken het dan niet rendabel om te concurreren met andere productielanden.
De meeste sla gaat naar snijderijen en supermarkten. Nederland is de belangrijkste afnemer van Les Jardins de Noah, maar ook aan Duitsland, België en Zwitserland wordt geleverd. Batavia-types vormen het hoofdbestanddeel van de teelt, gevolgd door groene en rode eikebladsla. Onder erg koude teeltomstandigheden doet de groene eikebladsla het iets beter, omdat die breder blijft uitstaan met zijn blad, en daardoor meer licht opvangt. De resterende geteelde sla-types omvatten botersla, lolo bionda en lollo rossa en andere types. Verder worden multileaf, spinazie groenselderij en wat paksoi geteeld. In de zoektocht naar meer diversiteit loopt ook oriëntatie op de teelt en afzet van bindsla-types.
Voor veldsla is de grond te stenig, en zou te veel slijtage aan oogstmachines opleveren. Daarom wordt deze bladgewassenteelt overgelaten aan de Westelijke teeltregio rond Nantes.
Andere biologische gewassen voor de winterteelten zijn elders in Frankrijk even goed te telen, en dus minder interessant om zich op toe te leggen voor de Zuid-Franse telers.

Stagnatie biologische vraag
De vraag naar biologische gewassen was in Frankrijk stevig aan het groeien. De economische crisis heeft de groei echter flink afgeremd. Voor de bladgewassen is de vraag zelfs helemaal gestabiliseerd.
Op een nabij gelegen biologische teeltbedrijf dat eveneens door de Nederlanders werd bezocht, met 9 hectare aan tunnel-overkappingen, wordt van september tot half oktober gezaaid om in december en januari te oogsten. In februari wordt opnieuw gestart, om rond 20 april te oogsten, net voor de buitenteelten beginnen.
De Nederlandse slatelers moesten wel even wennen aan de lage tunnels, met bijna net zoveel grond tussen de tunnels als de breedte van de kappen. “Ik zou een tweedehands kas voor 20 of 30 euro per vierkante meter neerzetten. Dan kun je makkelijk de dubbele opbrengst halen.”

Hoge boogkas
In Tarascon wordt het bedrijf ‘Mas Saint Louis’ bezocht. Waar het merendeel van de Franse telers al iets ouder is, runt hier de jonge teler Julien Maurique het bedrijf. Hij heeft onder andere 5 hectare aan verwarmde hoge boogkassen staan. De teelt staat er mooi strak bij. Er wordt hier dieselolie gestookt van 80 cent per liter, wat de kroppen in de koude periode 5 cent duurder maakt aan verwarmingskosten om het gewas vorstvrij te houden. De teler geeft aan dat hij 65 cent per krop ontvangt, wat gezien de hoge stookkosten en de geringe productie tijdens de vorstperiode eigenlijk te laag is.
In een naastgelegen kas, zonder stookmogelijkheden, moet de sla in de nacht temperaturen tot 4 graden Celsius onder het vriespunt verdragen.
De sla staat met 13 tot 14 planten per vierkante meter op zwart plastic, wat overigens ook in veel lage Franse tunnelkassen wordt gebruikt. Dit geeft een hogere temperatuur voor de planten bij de start, en gaat onkruidgroei tegen. Na twee rondjes sla wordt het grondfolie vervangen.
In de kassen staat een diversiteit aan sla-types. Daar leren de Nederlandse telers ook de voor hen onbekende, maar in het gebied vetrouwde, Rougette de Montpellier kennen. Dit door een lokale veredelaar geproduceerde type sla, met deels roodachtig blad, houdt ergens het midden tussen een bindslatype en een gewone dikbladige kropsla. Het oude ras heeft weinig resistenties, en is daardoor gevoelig voor meeldauw.
Zoals gebruikelijk wordt de kas in de zomer grotendeels voor andere teelten gebruikt. De slateelt start eind april, en opnieuw vanaf half oktober. De afzet regelt hij zelf, naar onder andere Duitsland, Engeland en Parijs.

Aanvullende teelt
De teler/handelaar Rolland Gros in Fontvieille teelde voorheen alleen diverse teelten in de vollegrond rond Lyon, waaronder sla, prei en radijs. In de stad en verder lokaal in het Oost-Franse Rhone-gebied zet hij al zijn product af. Hij kreeg echter vraag van zijn zomerklanten naar aanvullende slaproductie in de winter, en startte in Fontvieille bedekte teelten in tunnels. De sla wordt in houten kratjes elke dag naar Lyon getransporteerd. Hij heeft de intentie om verder uit te breiden en de huidige tunnels een keer te gaan vervangen door modernere hoge multitunnel-boogkassen. In de vorstperiode van begin januari is de productiecapaciteit fors gezakt. Gelukkig kon hij grote klanten volgens contract blijven bedienen, omdat het voor veel kleine klantjes te toch te koud was om zoals gebruikelijk buiten met de sla op de markt te gaan staan.
In een oogstbare tunnel heeft hij in de huidige vorstperiode een kleine brander staan die ’s morgens warme lucht onder een vliesdoek blaast, zodat hij anderhalf uur eerder kan beginnen met oogsten. Sommige tunnelbogen staan flink scheefgezakt, nog een gevolg van 2010 toen een deel van de tunnels bezweek onder de toen zware sneeuwlast.

Krulandijvie stieken
In Chateaurenard wordt het teelt- en handelsbedrijf Les jardins de l’Hesperie bezocht, met een deel van een sierteler overgenomen breedkappers met buisverwarming uit de jaren ’70. Hierin is het mogelijk om de sla tot een buitentemperatuur van 18 graden Celsius onder nul nog net ontdooid te houden.
Er worden 10 miljoen kroppen per jaar geteeld in een periode van 8 maanden. Daarvan is 80 procent bestemd voor export naar België, Duitsland, Nederland en zelfs helemaal naar Denemarken.
Om de geoogste sla te koelen, en wat extra gewicht mee te geven, wordt deze ‘onder de douche’ gezet met water van 12 graden Celsius.
Les jardins de l’Hesperie teelt en verhandelt ook frisee-andijvie. Op een nabijgelegen bedrijf van Charly de Michélis zien de Nederlandse telers de teelt van dit gewas. Om het gewenste grote gele hart te verkrijgen, wordt elke krop met een elastiekje dichtgebonden. De stiekers nemen drie rijen tegelijk mee. Het gewas staat er mooi op.
De teelt vindt plaats in 29 naast elkaar gelegen tunnels van elk 270 meter lengte.

Aardbei
Teler Gilles Bellinguier teelt naast sla in lage plastic tunnels ook een deel aardbeien in hoge boogkassen. Eind februari begint de oogst. Elke nacht worden de rijen aardbeienplanten onder lage tunneltjes afgedekt tegen de kou, met een laag vliesdoek en daaroverheen een laag plastic folie.
Het plantmateriaal laat hij uit Italië komen, uit een gebied dat op grotere hoogte ligt. Dit geeft een meer gespreide bloeiaanleg en productie.

Bron: Groenten & Fruit actueel – Auteur: Peter Visser

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin