Nederlandse supermarkten moet meer doen aan innovatie, in navolging van de zachtfruitsector. Dat betekent dat ze meer Nederlands product in de schappen moeten leggen. Dat zei Sjaak van der Tak, voorzitter van LTO Nederland, vrijdag 3 september op de Aardbeien Demodag in Horst (L.).
“Spaanse en Griekse aardbeien zien er mooi uit, maar zijn aan de binnenkant vaak hard, Nederlandse aardbeien daarentegen zijn top, van binnen en van buiten.” LTO-voorzitter Van der Tak zit bijna nooit om tekst verlegen, ook niet tijdens de Aardbeien Demodag 2021.
‘Retail kan beter’
In zijn inleiding bij de opening van de dag wees hij op de innovatieve kracht van de Nederlandse zachtfruitsector. Nederlandse Aardbeien en zachtfruit hebben Nederland en de rest van Europa veroverd. Nederlandse telers weten producten van hoge kwaliteit te leveren. Daarnaast zijn ze in staat de productie steeds verder te verduurzamen.
“Maar consumeren we ook duurzaam?” vroeg Van der Tak zich hardop af. “Koopt de consument vooral Nederlandse producten? Biedt het vers-assortiment in de supermarkten daar ook voldoende mogelijkheden toe? Zoals Franse consumenten ruim bediend worden met Franse producten en supermarkten in Duitsland vol liggen met Duitse waar.”
Volgens Van der Tak zijn daar nog verbeterslagen te maken. “Daarom zijn we als LTO Nederland ook in gesprek met in Nederland actieve supermarkten. Als sector zijn we in staat om te innoveren en te verduurzamen, we vinden dat retail daarmee niet mag achterblijven.”
Amper telers aanwezig
De woorden van Van der Tak waren primair gericht op de producenten van aardbeien en zachtfruit. Een misser, want de LTO-voorman miste het juiste publiek. Gedurende de dag was het aantal telers minimaal, zowel in de ochtend als later op de dag. Volgens sommige standhouders hing dit wellicht samen met Covid 19-perikelen. Daarnaast werd vaak genoemd dat het grotendeels wegblijven van de doelgroep de voortzetting lijkt van een trend met afnemende belangstelling voor een algemene beursdag in september. Sommige standhouders wezen op het Limburgse Horst als locatie. “De meeste telers zitten nog steeds in Brabant, het lijkt erop dat Noord-Limburg voor een groot aantal van hen te ver weg is.”