‘Seizoensgroente hooguit een bewerkelijke niche’

Hoera, het wordt weer lente! En dan beginnen we langzaam te verlangen naar van die typische lentedingen. Zoals de korte broek of het korte rokje, de terrasjes, lammetjes in de wei en asperges op ons bord.

Helemaal in lijn met de temperatuurrecords in februari, doen de aspergetelers in Nederland hun best om vroeger en vroeger in het seizoen met de eerste asperges van eigen bodem aan te komen. Dan zou je je kunnen afvragen of dat niet het seizoenmatige karakter ondergraaft van de enige echte seizoensgroente die Nederland rijk is. Maar het feit dat er nog steeds een duidelijk einde zit aan het aspergeseizoen (24 juni, heiligendag van Sint Jan de Doper) houdt dat gevaar op afstand.

Zoals de natuur het bedoeld heeft

De roep om toch vooral weer groente van het seizoen te gaan eten wordt al jaren veel gehoord. Dat is goed voor het klimaat, want we hoeven dan geen groente en fruit van de andere kant van de aardbol hierheen te slepen. Ook zou het goed zijn voor het gevoel van de Nederlander om weer meer in lijn te zijn met hoe de natuur het allemaal bedoeld heeft.

Seizoenen een handje helpen

Nou lijkt me dat laatste in Nederland in de 21^e eeuw überhaupt een achterhoedegevecht. En trouwens niet alleen pas in de 21^e eeuw.

Terug naar de natuur klinkt sympathiek, maar een breed verdienmodel gaat dat nooit meer worden

Boeren en vooral tuinders helpen de natuur en de seizoenen hier al eeuwenlang een handje. Ik roep ‘veredeling’. Ik roep ‘kassen’. Terug naar de natuur en terug naar de seizoenen, dat klinkt sympathiek, maar een breed verdienmodel gaat dat nooit meer worden.

Niche waar je flink aan moet trekken

Misschien kan het voor een aantal producten wel een niche zijn of worden. Maar dan wel een bewerkelijke. Want de seizoenstuinder zal er flink aan moeten trekken en marketingbudget voor moeten vrijmaken. Want leg maar eens uit dat jij met jouw hele bijzondere seizoensaardbeien pas afkomt als het inderdaad écht zomer is en je ze met recht zomerkoninkjes mag noemen.

Gecombineerd met nationaal tintje

En zo’n niche kan eigenlijk per definitie sowieso niet het terrein zijn van grootschalige en professionaliserende areaaluitbreiding. Hooguit in combinatie met een tegenwoordig niet meer verdacht beroep op ons gevoel van nationale trots. Straks zijn de Nederlandse kersen er weer. Mmm, lekker.