Albert Kosdi in het Geldserse Oosterhout heeft het weer naar zijn zin, nu zijn hele tuin weer groen is.
Op 29 en 30 december is er Galibier geplant. Vanwege de vlotte plantontwikkeling door het relatief warme weer gebeurde dat een dag eerder dan gepland. “Maar dat was geen probleem. We stonden er helemaal klaar voor. Het was een grote plant. Op 2 januari is hij al aan het touw gegaan. Dat was nodig ook.”
Nieuw schermdoek
Er is tijdens de afgelopen teeltwisseling een nieuw schermdoek aangebracht. “We hebben het idee dat het beter isoleert dan het oude scherm dat nog in een andere afdeling ligt. Je meet toch een paar graden lagere buistemperaturen.”
De standaard instellingen regelen de scherminstallatie op licht en buitentemperatuur. “Vocht vormt nu nog geen belemmering waarvoor je het doek open zou moeten trekken.” De schermsturing blijft vanwege soms sterk wisselende weersomstandigheden echter veel handwerk. Op hele sombere dagen met voldoende temperatuur hield hij het soms open om een doods klimaat te voorkomen. En op zo’n hele mooie dag als maandag 25 januari, met 14 graden buitentemperatuur, heeft hij het schermdoek 17.45 uur pas dicht laten lopen. “Elk half uur kijk je dan even of het nog goed gaat.” Op die voor de tijd van het jaar ineens uitzonderlijk warme dag liep de kastemperatuur op naar 26 graden Celsius. “Maar de plant hield zich heel goed.”
Zuivere CO2
Er is steeds 19/21 graden Celsius nacht/dag-temperatuur gestookt. Vanaf 16.30 tot 24.00 uur staat de voornacht op 19 graden. De etmaaltemperatuur komt uit tussen de 19,8 en 20 graden Celsius. Met mooi weer mag er, lichtafhankelijk boven de 250 Watt instraling, in de nanacht een graad verhoging bij komen.
Kosdi geeft zuivere CO2 mee. “Ondanks dat ik wel vertrouwen in mijn ketel heb. Maar zuivere CO2 kost niet veel, omdat je rond deze tijd weinig nodig hebt om de concentratie op peil te houden.” Als de concentratie onder de 550 ppm zakt, doseert hij bij tot 600 ppm.
Drain realiseren
De beworteling is goed. Er is steeds voorzichtig water gegeven tussen 9.30 uur en 16.15 uur. Met mooier weer en een toenemende plantbelasting gaat hij meer water geven. “Je moet nu wel drain gaan realiseren.” Een weegschaal geeft goed inzicht in de intering van de mat. “Tijdens koude dagen met hete buizen zag je goed dat hij meer inteerde, al ging het maar om 4 tot 5 procent extra.”
Er wordt 3 EC aan voeding meegegeven. “Dat geeft 3,6 EC in de mat, maar dat is helemaal niet erg. De pH is wel wat aan de hoge kant, ondanks dat we iets meer ammonium hebben meegegeven. Maar de ervaring leert dat die wel weer gaat zakken als we gaan oogsten.”
Vruchtdunning
In week 4 is hij bezig met vruchtdunnen. Op het zevende blad blijft de eerste vrucht zitten, waarna om en om wordt gedund. Om in totaal op een plantbelasting van 5 stammers uit te komen. “De vruchten beginnen al te zwellen. Ik verwacht in week 5 de eerste te kunnen oogsten. Er zit nu een mooie vruchtopvolging in. Al weet je nooit of hij er nog een paar gaat afstoten.”
De ranken komen er mooi uit, netjes op volgorde. In week 4 worden alle koppen vastgezet. “Dan halen we ook gelijk de minst sterke van de drie aangehouden ranken er uit. Liefst laten we de twee grootste ranken onder de draad zitten, wat bij 90 tot 95 procent van de planten ook het geval is.”
Vanglinten
De hele kas zit in de gele vanglinten. Om te scouten zullen ook nog vangplaten opgehangen gaan worden.
Al heeft hij op het eind van de vorige teelt geen spint gezien, toch zijn bij alle staanders zakjes met spintroofmijten opgehangen. “Je weet dat spint daar altijd als eerste naar beneden komt.” Verder wordt voor alle zekerheid begin februari preventief begonnen met het inzetten van swirskii.