Op de Innovatiedag Prei liepen de bezoekers langs een scala aan onderwerpen. De onderwerpen varieerden van irrigatie tot de teelt op water en van het effect van biostimulanten tot bemestingsschema’s. Ook mechanische onkruidbestrijding en beheersing van trips in prei kwamen aan bod.
Sinds een halfjaar is Frans Geijs als beleidsspecialist gezonde planten van ZLTO tevens CEMP-coördinator. In die functie houdt hij zich bezig met gewasbescherming en de knelpunten daarbij. Ook houdt hij zich bezig met mogelijke toelatingen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de NL-KUG regeling. Geijs onderhoudt contacten met toelatingshouders, maar riep de aanwezige preitelers op de Innovatiedag Prei ook op vooral met hem contact op te nemen over waar ze in de praktijk op gebied van gewasbescherming tegenaan lopen. “We moeten gezamenlijk proberen zoveel mogelijk middelen te behouden en nieuwe toelatingen zien te krijgen.” De Innovatiedag Prei werd georganiseerd door Compas Agro en WUR-locatie Vredepeel en vond plaats op het gastbedrijf De Leeuwerik Groenteproducties in Maasbree.
Irrigatie in prei
Het irrigeren/fertigeren van prei heeft nog geen vlucht genomen, maar Rob van den Oever van Vlamings wist wel te vertellen dat er voor het afvoeren van de druppelslangen inmiddels een STORL-regeling in het leven is geroepen, zoals bij gewasbeschermingsmiddelen. De inzameling is onder andere met producent Netafim opgezet. Na contact met STORL worden gebruikte slangen op het bedrijf opgehaald voor recycling. De slangen moeten zo schoon mogelijk zijn. De verwerkingskosten komen uit op € 375 per 10 kuub. Bij netjes opgerolde slangen vallen de kosten per hectare volgens Van den Oever erg mee.
Voor telers die willen gaan fertigeren heeft Vlamings een Excel-sheet ontwikkeld om op een relatief eenvoudige manier tot bemestingsschema’s te komen. De streefwaarden uit de bemestingsadviesbasis van de diverse nutriënten vormen het uitgangspunt. Vlamings werkt in de vollegrond met eenvoudige meststoffen zoals KSC Amarillo (NPK 14-40-5), PolyFeed Drip 1 (NPK 25-0-6+2MgO) en Polyfeed Drip 2 (NPK 9-0-34+4MgO). Met deze meststoffen worden bemestingsschema’s opgesteld, vanaf de start van de teelt tot aan het einde van het groeiseizoen. De PolyFeed meststoffen zijn samen met Haifa ontwikkeld.
Teelt op water
Op de WUR-locatie Vredepeel is zo’n drie jaar geleden op verzoek van het ministerie van LVVN gestart met het onderzoek naar een teeltsysteem voor prei dat minder afhankelijk is van gewasbeschermingsmiddelen. Na een aantal verkennende studies is de teelt van prei op water weer opgepakt. Eerder werd dat onderzoek – toen gericht op het voorkomen van nutriëntenuitspoeling – afgesloten en luidde de conclusie dat het economisch niet rond te rekenen viel.
In het huidige onderzoek ligt de focus op de mogelijkheden van dit teeltsysteem in combinatie met licht doorlatende zonnepanelen. De eerste vraag is of dit teelttechnisch uitvoerbaar is. Economisch gezien is er met de opwekking van stroom een inkomstenbron bijgekomen, maar de eerste vraag is hoe dat in de huidige energiemarkt gaat uitpakken.
Het voordeel van teelt op water is dat er geen grondgebonden ziekten optreden, er geen problemen zijn met onkruid en dat uitspoeling van nutriënten te voorkomen is. In het systeem op WUR-locatie Vredepeel wordt inmiddels ervaring opgedaan met de teelt in een half gesloten kas, deels voorzien van folie en deels van semi-lichtdoorlatende zonnepanelen. Eén van de vragen is of de prei jaarrond op deze manier voldoende licht krijgt. Onderzoeker Timo Sprangers verwacht op basis van het eerdere onderzoek dat er in dit systeem drie teelten per jaar mogelijk zijn, met een netto productie tot 270 ton per hectare. Wel is meerjarig onderzoek nodig om goed inzicht te krijgen in de voor- en nadelen van het teeltsysteem.
Inzet van biostimulanten
Chris van Laarhoven is zelfstandig adviseur, maar spreekt op de innovatiedag namens de LLTB over de inzet van biostimulanten. Uit een proef met biostimulanten in het seizoen 2023-2024 blijkt dat er bij de inzet van de zeewierextracten Vigorseed en Hold geen visuele verschillen waren ten opzichte van de standaard bemesting. Ook waren er geen productieverschillen. Wel was er bij de inzet van zeewierextracten per kilogram drogestof minder stikstof nodig. Het is voorbarig om daaruit te concluderen dat er op deze manier met minder stikstof dezelfde productie te behalen valt. Om het gewas aan de groei te houden lag de totale inzet aan stikstof ook boven de gewasnorm, vanwege de vele regen (600 mm) die het gewas te verduren kreeg. Het onkruid werd mechanisch bestreden en volgens Van Laarhoven groeit prei dan makkelijker.
Als voorwaarden voor een goed groeiend en weerbaar gewas somt Van Laarhoven een aantal voorwaarden op. Zo moet de pH op peil zijn en de Ca/Mg-verhouding moet kloppen. Ook moet de hoeveelheid beschikbare calcium in orde zijn. Niet-kerende grondbewerking heeft een positieve uitwerking op het bodemleven. Mechanische onkruidbestrijding werkt in tegenstelling tot de chemisch methode, niet remmend op de plantengroei én het stimuleert de mineralisatie. Tot slot propageert hij zaaien van groenbemesters voorafgaand aan een teelt.
Mechanische onkruidbestrijding
Twan Wijnen van De Leeuwerik Groenteproducties teelt prei op ruggen met ponsgaten daarin. Dat vraagt voor de mechanische onkruidbestrijding aanpassingen aan de machines. Loonbedrijf Hermans uit Maasbree gebruikt standaard een Steketee schoffelmachine met camera’s, maar liet voor de mechanische onkruidbestrijding op ruggen een speciale HAK ruggenmachine ontwikkelen. Die machine ploegt met schijven de ruggen aan de zijkanten wat af en als laatste bewerking worden de ruggen met schijven weer hersteld. In de paden lopen schoffels en een woelpoot. Bladbeschermers zorgen ervoor dat er geen bladbreuk optreedt. Voor een goede bestrijding moet de eerste bewerking worden uitgevoerd op heel klein onkruid. Regelmatige herhalingen zijn nodig om nieuw en doorgegroeid onkruid onder de duim te houden. Op droge(re) grond zijn de resultaten beter dan op natte(re) grond.
Bemestingsproef
In de bemestingsproef die Compas Agro op het bedrijf van De Leeuwerik uitvoert, liggen 18 bemestingsstrategieën in vier herhalingen. In de proef ligt onder andere de vergelijking tussen de traditionele tripelfosfaat en de nieuwe fosfaatmeststof Puraloop. Dat is een fosfaatmeststof afkomstig uit de waterzuiveringsinstallatie van Amsterdam.
De meststof Eco X (NPK 40-0-0) is een nieuwe gecoate meststof, waarbij de coating gemaakt is op basis van zetmeel. De fabrikant ICL is daarmee aan de slag gegaan in verband met nieuwe wetgeving rond gecoate meststoffen. Vanaf 2026 moet van een coating van meststoffen binnen 48 maanden na toepassing minimaal 90% afgebroken zijn. Onder de bezoekers kwam de vraag naar voren hoe dat in de praktijk te controleren valt, als er op een perceel jaarlijks gecoate meststoffen worden toegepast.
Twee nieuwe producten van Sygenta (Cepacet en Vixeran) liggen ook in de proef. Vixeran bevat als ‘werkzame stof’ de bacterie Azotobacter salinistris CECT 9690 en wordt toegepast via een bespuiting. Cepacet bevat de bacteriën Azotobacter salinestris CECT 9690 en Bacillus megaterium CECT 9689, daarnaast bevat het middel een algenextract dat dient als voedselbron voor de bacteriën. Cepacet is specifiek ontwikkeld voor worteltoepassingen. De Azotobacter bacteriën fixeren stikstof uit de lucht en uit de luchtporiën in de bodem en kunnen op die manier zo’n 30 kilo stikstof omzetten in ammonium dat voor de plant opneembaar is.
Nitrino Pro is een nieuwe stikstofbladmeststof van Holland Fyto. Het product bevat 23% stikstof, waarvan 15% ureum en 8% ureum formaldehyde. Daarnaast zit er 2,6% MgO in en 5% SO3. Ook bevat het product de biostimulanten pidolzuur en R100. Volgens de fabrikant heeft het een 95% N-gebruiksrendement en een gecontroleerde N-afgifte gedurende zes weken.
Aanpak trips in prei
Ter bestrijding van trips in prei heeft Compas Agro een proef aangelegd waarin middelen en preirassen liggen. De voorlopige resultaten bevestigen dat het ras Darter (Bejo) een voor trips minder gevoelig ras is. Krypton (Nunhems) blijkt (opnieuw) gevoelig te zijn. De invloed van de rassen op het al dan niet optreden van trips is groter dan de in de proef liggende behandelingen. In Krypton werden 13 behandelingen uitgevoerd, in het object met Darter zes.
In het ras Darter werd om de week behandeld met in volgorde twee keer Neemazal, één keer Neudosan, twee keer Decis Protech en twee keer Karate Zeon. In het standaardschema met het ras Krypton werd in een wekelijks spuitschema – dertien behandelingen – drie keer Neemazal, twee keer Neudosan, dan afwisselend Tracer-Decis Protech-Tracer-Decis Protech-Tracer-Karate Zeon-Tracer-Karate Zeon ingezet. In het spuitschema van Pireco werd in Krypton het gewas wekelijks behandeld met Folisec + EVR. In het spuitschema van Certis Belchim zat drie keer Neemazal, dan twee keer Neudosan, een keer Tracer+Attracker+Zipper en dan afwisselend Neudosan en Tracer+Attracker+Zipper. In het laatste schema werd drie keer Neemasal gebruikt, dan twee keer Neudosan en vervolgens vier keer afwisselend Tracer en Decis Protech en nog vier keer afwisselend Tracer en Karate Zeon. Aan alle behandelingen is een all-in-one hulpstof toegevoegd om te kunnen beoordelen of dat een meerwaarde heeft.