Witloftelers hebben bepaald niet te klagen over het huidige rassenaanbod en de kwaliteit ervan, bleek deze week tijdens een goed bezochte rassenbijeenkomst bij Jeroen Groenendijk in Kerkwerve (Zeeland) en C.O.R in Oostwoud (Noord-Holland). Het publiek kreeg op beide locaties vier rassen van Vilmorin/Nickerson–Zwaan te zien, en acht rassen van Hoquet/Chicosem.
De Vilmorin-rassen waren steeds van twee herkomsten (Noordoostpolder/Flevopolder en Zuidwesten), de Hoquet-rassen kwamen van een enkel perceel. Ze waren getrokken onder het matige temperatuurregime dat Groenendijk aanhoudt voor zijn huidige praktijkras Fakir (eerste en derde week pittemperatuur 16,5 graden, tweede week 17 graden).
Doordat de gehanteerde trekstrategie voor het ene ras gunstiger uitpakte dan voor het andere ras en door verschillen in herkomst, is een rechtstreekse vergelijking tussen de rassen onderling moeilijk te maken. Wel kwam onder andere naar voren dat de Vilmorin-rassen om wat hogere temperaturen in de trekcel vragen dan de rassen van Hoquet, signaleerde Jack Gerardts van adviesbureau Chicogrow in zijn toelichting bij Groenendijk. Als algemene opmerking gaf hij verder mee dat de wortels uit de vriescel goed moeten ontdooien, “gedurende een dag of tien bij 3 tot 4 graden. Ik vermoed dat de wortels van Vilmorin amper waren ontdooid, waardoor ze in de trekcel meer tijd nodig hebben om los te komen. Daar worden nogal eens fouten mee gemaakt.”
Voor de Vilmorin-rassen – per ras van twee herkomsten – kon voor sommige rassen ook een duidelijke relatie worden gelegd tussen het trekresultaat en de wortelinhoud.
Rijp
Verder viel de aanzienlijke rijpheid van de wortels op als gevolg van de groeiomstandigheden tijdens de wortelteelt. In dat verband wees hij op het ras Symphonie met opvallend fraaie kroppen voor deze tijd van het jaar. Symphonie staat te boek voor de trek vanaf juni. “Bij een ras als Vintor zie je in proeftrekken ook dat de rijpheid vaak wat verder is dan normaal. Die vroege rijpheid geeft het risico dat de wortels ook wat sneller slijten dan verwacht,” zei Gerardts.
Resultaten
De belangrijkste resultaten bij Groenendijk in vogelvlucht:
- H2171, herkomst Noordoostpolder, 960 ppm N: ruwe kroppen, versleten indruk;
- H2171, herkomst Zuidwesten, 710 ppm N: aanzienlijk fraaier. Volgens adviseur Arie Oomen van Nickerson-Zwaan is het nu – in het tweede ervaringsjaar – nog zoeken naar de goede trekperiode en is in met name in het begin van de trek meer warmte nodig dan volgens het regime bij Groenendijk, met een hogere EC in het proceswater;
- Takine: mooie gesloten kroppen, mooie gele kleur, eveneens meer temperatuur nodig dan gekregen. Van belang voor Takine (net zoals voor Ombline) is dat de wortels voldoende groeiduur krijgen. Een handvat is 160 dagen;
- Ombline, herkomst Noordoostpolder: 903 ppm, N, mooi, wel rijp, begin wel wat pitproblemen te geven. Iets meer temperatuur in de trek is gewenst;
- Ombline, herkomst Zuidwesten. 950 ppm N iets rijper, gaat nu op zijn retour;
- Flexine, herkomst Flevoland: schitterende kroppen, bij rooien aan de rijpe kant;
- Flexine, herkomst Zuidwesten: iets minder strak, mocht wat meer temperatuur hebben;
- Fakir (praktijkras Groenendijk): mooi gesloten kroppen, blinkend, niet warmer trekken;
- OK 2211: type Symphonie maar CMS. Vanaf juni, dus nu nog aan de jonge kant, wel mooi. Mocht wat meer temperatuur hebben;
- Baccara: zeer fraai;
- Topmodel: te vroeg, meer voor augustus, september. Adviseur Bart Hesen van Chicosem: “Topmodel is echt laat, heeft ook beduidend meer temperatuur nodig dan hier gekregen”.
- OK2209: doorontwikkeling topmodel, CMS, lijkt iets vroeger. Bij warmer telen neiging tot buikigere kroppen, koeler telen geeft spitser lof. Populair in België;
- OK73R: Baccara-type, maart tot juni/juli;
- OK 2813: wat ruw, wat meer temperatuur gewenst, hoog gewicht.
De bijeenkomsten werden georganiseerd door de zaadbedrijven Chicosem en Nickerson-Zwaan en LTO-Vollegrondsegroente.net. De toegevoegde foto’s zijn gemaakt bij Groenendijk.