Als het de bedoeling is vroeg asperges te oogsten, is het waarschijnlijk het beste de ruggen in de herfst niet af te dekken met folie. Een bedekking werkt remmend op de inwerking van koude op de planten, waardoor met name de vroege productie lager zal zijn.
Nog een manier om de koude-inwerking te bevorderen, is het afploegen van de ruggen in de herfst, zoals dat vroeger algemeen werd gedaan. De opmerkelijk adviezen komen van zaadbedrijf Bejo, na enkele jaren onderzoek naar de effect van koude op het oogstverloop.
Volgens Jos Verhaegh, veredelaar/onderzoeker voor asperge op de Bejo-vestiging in Kessel, lijkt het erop dat aspergeplanten in de winter een zekere hoeveelheid koude moeten ontvangen, voordat ze in het voorjaar in staat zijn tot een optimale productie van goede kwaliteit. Voor een zo vroeg mogelijk start van de oogst is het dus belangrijk er alles aan te doen om het gewas ongehinderd voldoende koude op te laten nemen: met zo min mogelijk grond op de planten en door in de winter af te zien van folie op de ruggen. Meer koude is bovendien positief voor de hoogte van de totale productie, de stengelkwaliteit en de stengeldikte.
Verhaegh illustreerde dit aan de hand van de relatieve productie in de eerste twee oogstweken in 2014 en 2015 voor de rassen Cumulus en Gijnlim. Beide rassen produceerden in de eerste twee weken van 2015 20 procent meer dan in de eerste twee productieweken van 2014. “Dat is een aanzienlijk en duidelijk verschil. In 2014 hadden we te maken met een extreem zachte winter (Hellmanngetal 0) in vergelijking met 2015 (Hellmanngetal 7.8). De hoogte van het Hellmanngetal is een maat voor hoeveelheid koude in de betreffende winterperiode (van 1 november tot en met 31 maart). Hoe hoger dit getal hoe kouder de winter.”
Om dit nog preciezer te monitoren werden in genoemde periode temperatuurloggers op de kop van de plant geplaatst. Hieruit kon worden afgelezen dat in 2014 gedurende 480 uur de temperatuur 4 graden Celcius of lager was; in 2015 was dit 1.134 uur het geval.
Verhaegh: “Het lijkt er dus op dat het vroege productieniveau wordt bepaald door het in de winter verkregen aantal koude-eenheden”. Dit staat los van de aanvang van de productie, die wordt bepaald door de op dat moment heersende temperatuur.
Dieper planten verlaat vroeg ras niet
In plantdiepteproeven –in vergelijking met het late ras Backlim- werd bekeken of het mogelijk is om het productiepatroon van een relatief vroeg ras als Cumulus naar achteren te schuiven, zodat het ras het hele seizoen gebruikt kan worden. De aanbevolen plantdiepte voor Cumulus is 20 centimeter. Dit leverde een afgetekende uitkomst op: door aanpassing van de plantdiepte blijkt het moeilijk om met een vroeg ras een laat ras na te bootsen.
Rassen
Verhaegh beschreef de teeltresultaten onlangs tijdens een rassenbijeenkomst, waar zo’n tweehonderd bezoekers op af kwamen. De rassen Prius, Cumulus, Cygnus, (100 procent mannelijke hybriden) passeerden de revue.
- Prius: zeer vroeg, met een hoog productieniveau direct vanaf begin oogst. Optimale plantdichtheid is 4 planten per strekkende meter; afhankelijk van grondsoort en afzet adviseert Bejo steeds vaker tot 5 planten per strekkende meter. Zeer geschikt voor minitunnels;
- Cumulus: vroeg, zeer goed smakend, gemiddeld vijf planten per strekkende meter, afhankelijk van de grondsoort;
- Cygnus: middenvroeg, uitstekende kopsluiting, prima onder Z/W-folie, ook met minitunnel, advies vijf – zes planten per strekkende meter.
Lees meer artikelen over asperge of bekijk actuele marktprijzen via GFactueel.nl/markt