Rotterdam geeft oude bedrijfswoningen in haar buitengebied te makkelijk een andere bestemming, waarmee tuinbouwbedrijven mogelijk benadeeld worden.
De uitspraak van de Raad van State in een beroepszaak tegen een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied van Hoek van Holland betekent dat Glastuinbouw Nederland deels in het gelijk is gesteld. De brancheorganisatie kwam op voor de belangen van glastuinbouwbedrijven.
Zo zouden bouwregels voor glastuinbouw aansluiten bij de Westlandse regels, maar het bestemmingsplan voldoet daar niet aan voor wat betreft uitzonderingen voor goothoogte. Dat beroep werd verworpen. Ook denkt de rechter niet dat het plan economisch onuitvoerbaar is door toekomstige planschade, zoals de brancheorganisatie aanvoerde.
Relatie bedrijfswoning met teeltbedrijf
Voor het herbestemmen van bedrijfswoningen voldoet het plan van Rotterdam echter niet aan de regels. De omzetting van bedrijfswoningen naar burger- of plattelandswoningen kan de toekomstige bedrijfsvoering van bedrijven beïnvloeden en rechten op aanhouden van eigen bedrijfswoningen.
Gemeente Rotterdam heeft niet zorgvuldig genoeg gekeken naar de relatie van de bedrijfswoning met de teeltbedrijven. Wel heeft het gekeken naar de ligging van de woningen in de bouwlinten, waardoor ze mogelijk toekomstige herverkaveling niet in de weg staan.
Afstand tot bedrijf
De Raad van State verwerpt wel het beroep van een teeltbedrijf over de afstand van twee bedrijfswoningen tot het bedrijf. Ondanks de afstand van 30 meter tot het laadstation en 10 meter van de kas, oordeelt de Raad van State dat een goed woonklimaat gegarandeerd is. De bestemming van de bedrijfswoning mag op die gronden in principe worden aangepast.
De rechter draagt Rotterdam evenwel op om op gronden van het beroep van Glastuinbouw Nederland opnieuw te kijken naar bedrijfswoningen en binnen 26 weken tot een nieuw besluit te komen.