Doorgaan naar artikel

RIVM: consumptie plantaardig hogere bijdrage waterverbruik dan dierlijk

Op het gebied van watergebruik heeft de consumptie van plantaardige productgroepen een hogere bijdrage (34%) vergeleken met de consumptie van dierlijke productgroepen (19%). ​

De milieubelasting door de consumptie van de plantaardige productgroepen was over het algemeen wel relatief laag voor de indicatoren broeikasgasuitstoot, landgebruik, verzuring en vermesting van zout- en zoetwater. Dat staat in een nieuw rapport van RIVM waarin de consumptie van dierlijk en plantaardig voedsel is geanalyseerd.

RIVM gebruikte voor de analyse cijfers van de Voedselconsumptiepeiling 2012-2016. Daaruit blijkt dat Nederlanders in deze periode ongeveer evenveel plantaardig als dierlijk voedsel aten, maar dat de verhouding dierlijke en plantaardige eiwitten 61-39% was. Het beleidsdoel voor 2030 is vastgesteld op de verhouding 50-50.

Vijf indicatoren voor milieubelasting

Het instituut berekende de milieubelasting voor het voedingspatroon. Daarvoor keek het naar vijf indicatoren: broeikasgasuitstoot, waterverbruik, landgebruik, verzuring en vermesting van zoet- en zoutwater. De consumptie van plantaardige productgroepen was verantwoordelijk voor 8% tot 22% van de uitstoot van broeikasgassen (18%), landgebruik (18%), verzuring (8%), vermesting van zoetwater (22%) en zoutwater (13%).

De consumptie van de dierlijke productgroepen was verantwoordelijk voor 42% tot 78% van de uitstoot van broeikasgassen (59%), landgebruik (51%), verzuring (78%), vermesting van zoetwater (42%) en zoutwater (68%).

Minder milieubelasting in totaal voor vlees- en zuivelvervangers

Vlees, zuivel en kaas zijn de productgroepen met de meeste milieubelasting voor broeikasgasuitstoot, landgebruik, verzuring en vermesting van zoutwater. Zo was de gemiddelde consumptie van vlees 97 gram per persoon per dag en dit was gerelateerd aan een derde van de voedingsgerelateerde broeikasgasuitstoot. Ook de productgroepen brood, granen, pasta en rijst en koffie en thee hadden een relatief hoge bijdrage aan broeikasgasuitstoot, landgebruik, verzuring en vermesting van zoutwater. De consumptie van vlees- en zuivelvervangers droeg voor alle milieu-indicatoren met minder dan 1% bij.

Meeste plantaardige eiwitten via graanproducten

De eiwitinname in de bestudeerde periode was gemiddeld 77,8 gram per dag. Hiervan was 47,8 gram (61%) dierlijk eiwit en 30 gram (39%) plantaardig eiwit. Consumenten krijgen meer dan de helft van de plantaardige eiwitten die ze eten binnen via brood en andere graanproducten zoals pasta en rijst. 6% krijgen ze binnen via groenten, noten en zaden, peulvruchten en vlees- en zuivelvervangers.

Dit jaar volgt een update van het rapport met gegevens uit de meest recente Voedselconsumptiepeiling (2019-2021). Daaruit bleek eerder al dat de verhouding dierlijke en plantaardige eiwitten iets opgeschoven is naar 57-43%.

Bekijk meer

Share this

Afbeelding
Carolien Kloosterman

Voormalig redacteur Food&Agribusiness

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin