In Belgisch onderzoek werden twee methoden van rijenbemesting in winterprei vergeleken met drie methoden van bladbemesting. In productie of sortering waren er geen verschillen.
In het project werden door het Belgische onderzoeksinstituut PSKW vijf toepassingen getest als bijbemestingstechnieken in winterprei. Het ging om een rijbemesting met de korrelmeststof Entec 26 en een rjibemesting met vloeibare meststof ammoniumsulfaat. Daarnaast werden bladbemestingen uitgevoerd met BlueN, Vegenergy en Ureum.
Voor de bladbemesting met Ureum werd de totale toe te dienen dosis opgesplitst over twee toepassingsmomenten, dit om bladverbranding te voorkomen. De bladbemestingen met BlueN en Vegenergy werden toegepast aan de aanbevolen hoeveelheid. De toepassingen in de rij werden toegepast volgens advies van een grondmonster. Alle bijbemestingen werden uitgevoerd 10 weken na planten.
Geen verschillen in productie of sortering
Bij de beoordeling bij de oogst van de winterprei hadden de objecten met bijbemestingstechnieken in de rij meer bladmassa en een donkerdere kleur. In het totale vermarktbare gewicht zaten tussen de objecten geen verschillen. Ook in de sortering waren er geen verschillen. In elk object zat het grootste aandeel in de sortering van 20-30 mm.
Geen grenswaarde overschrijdingen
Tijdens de in België verplichte periode van niet meer mogen bemesten, werden monsters genomen in elk object. Hier stelde men vast dat in geen enkel object een nitraatresidu boven de grenswaarde van 85 kg NO3 N/ha had. Het nitraatresidu in de objecten met bladbemesting waren nog lager dan deze in de objecten met bemesting in de rij.
In het aankomende teeltjaar zullen de verschillende bemestingstechnieken opnieuw tegenover elkaar getest worden.