De Europese Commissie heeft voorgesteld om het maximaal toegestane restgehalte van gewasbeschermingsmiddelen voor producten van buiten Europa te verhogen. En dat zelfs voor middelen die hier verboden zijn. Onrechtvaardig voor de Nederlandse telers.
De Europese Commissie heeft voorgesteld om het maximaal toegestane restgehalte, genaamd residunorm of MRL, van enkele gewasbeschermingsmiddelen op producten te verhogen. Door European Food Safety Authority, een bureau (agentschap) van de Europese Unie dat onafhankelijk wetenschappelijke adviezen geeft over voedselveiligheid, is deze verhoging als veilig en aanvaardbaar beoordeeld. Het voorstel heeft zowel in het Europees Parlement als in de Tweede Kamer geleid tot vragen, aangezien het gewasbeschermingsmiddelen betreft die in Nederland verboden zijn. Voor de Nederlandse teler lijkt dit onrechtvaardig: zij mogen het gewasbeschermingsmiddel niet gebruiken, maar voor producten afkomstig van buiten Europa wordt de residunorm juist verhoogd.
De spanning tussen gelijk speelveld en vrije handel
Een gelijk speelveld is van groot belang voor de teler, maar ook voor de Nederlandse en Europese concurrentiepositie. Gelijke kansen voor iedereen, waarbij het niet uitmaakt of je teelt binnen of buiten Europa. Echter, we willen ook vrije handel. We willen producten eten uit verre landen, zoals mango’s, bananen en ananassen en we willen ook Nederlandse producten kunnen exporteren.
Andere omstandigheden, andere middelen
Het lijkt in eerste instantie gek dat er andere regels gelden voor producten van buiten Europa. Dit is echter niets nieuws. Bepaalde gewassen worden niet in Europa geteeld of juist op een andere manier geteeld, omdat de omstandigheden, zoals het klimaat en de plaagdruk, anders zijn. Bij andere omstandigheden zijn ook andere gewasbeschermingsmiddelen nodig. Groenten en fruit, behandeld met deze niet in Europa toegelaten gewasbeschermingsmiddelen, moeten uiteraard voldoen aan dezelfde strenge normen als producten geproduceerd in de Europese Unie.
Lees verder onder het filmpje.
Europese besluitvorming
Wat dit geval extra bijzonder maakt, is dat het gaat over gewasbeschermingsmiddelen die eerst wel mochten worden gebruikt in Europa, maar later zijn verboden. Dit lijkt niet logisch, maar de vraag moet zijn waaróm de middelen in Europa zijn verboden. Het Europese besluit om deze middelen te verbieden, is gebaseerd op een nog niet (wetenschappelijk) goedgekeurd toetsingskader.
Lees verder onder de tweet.
Klopt. Producten waar het middel op is toegepast kunnen vervolgens wel in de EU worden geimporteerd waarbij voedingsmiddelen aan de residunorm moeten voldoen. EU telers kunnen het middel echter niet gebruiken
— Nefyto (@NefytoNL) 1 februari 2019
Telers elders in de wereld zullen de gewasbeschermingsmiddelen gewoon blijven gebruiken, aangezien deze volgens de wetenschap veilig zijn. Echter, omdat de Nederlandse teler dit niet mag, wordt dit als onrechtvaardig gezien en vindt men dat ook telers uit derde landen hun producten niet meer aan Europa mogen leveren. Oftewel, het lijkt alsof we telers van buiten de EU willen straffen voor onze eigen strenge niet-wetenschappelijk onderbouwde regels.
Niet-toegelaten middelen en de veiligheid voor volksgezondheid
De gewasbeschermingsmiddelen waarvan de residunorm wordt verhoogd, zijn verboden in Europa en dit kan de indruk wekken dat de middelen niet veilig zijn voor de volksgezondheid. Dit is echter niet het geval, want voedsel van buiten Europa moet aan dezelfde strenge veiligheidsnormen voldoen als voedsel afkomstig uit Europa. In de Europese wetgeving is namelijk bepaald dat consumenten moeten worden beschermd tegen de inname van resten van gewasbeschermingsmiddelen (residuen). Dit geldt ook voor gewasbeschermingsmiddelen die in Europa niet, niet meer of nog niet zijn toegelaten.
Het verhogen van de residunorm valt dan ook ruim binnen de wettelijke veiligheidsmarges. Als een gewasbeschermingsmiddel in Europa uit volksgezondheidsoverwegingen is verboden, zal er geen residunorm worden vastgesteld. Dan geldt dat de stof geheel niet op voedsel mag worden aangetroffen.
Lees verder onder de tweet.
Het debat over gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw moet uitgaan van wetenschap, niet van onderbuikgevoelens over risico’s enz: https://t.co/vBKl51b3tN
— Annie Schreijer-Pierik (@AnnieSchreijer) 16 januari 2019
De Europese Unie als betrouwbare handelspartner
Residunormen zijn handelsnormen; indien deze niet meer kunnen worden vastgesteld voor producten van buiten de Europese Unie, kan dit grote consequenties hebben voor de betrouwbaarheid van de Europese Unie als handelspartner en daarbij komt dat het vanuit juridisch oogpunt wordt gezien als ‘ongerechtvaardigde handelsbelemmering’. Daarnaast wil Nederland (en de Europese Unie) omgekeerd ook zijn producten kunnen afzetten buiten Europa. Het zou uiteraard het mooist zijn als residuregels en de toelating van gewasbeschermingsmiddelen wereldwijd worden geharmoniseerd. Echter, dan moeten wij in Europa wel stoppen met het inperken van de toelating op basis van niet-wetenschappelijke gronden.