Bij Mart Ouwehand in Katwijk (Zuid-Holland) zit al zijn waspeen al een tijdje onder het stro. “We zijn in de tweede week van oktober gestart met stro leggen.”
“Op dit moment leggen we daar over het grootste gedeelte van het areaal nog witte, dichte folie overheen en daar komt dan nog een laag stro op. In totaal ligt er dan 45 ton stro per hectare. Die folie is deels bedoeld om ze extra te beschermen tegen de vorst, maar ook om de invloed van de zon in het voorjaar tegen te gaan. Dat klinkt misschien wat gek, maar als je folie tussen het stro legt, dan heeft de zon in het voorjaar minder effect. De bodem warmt minder snel op en het loof gaat minder snel in de hergroei.”
Goede rooiomstandigheden
Waar andere telers nog wel eens problemen ondervonden bij het rooien, vanwege de droogte in augustus en september, is dat bij Ouwehand niet zo. “Dat speelt vooral bij bewaarpeen die de koelcel ingaat, want er moet wel voldoende tarra mee de kisten ingaan tegen het uitdrogen. Daar heb je bij onderdekkers geen last van. De peen die we al gerooid hebben, zijn onder goede omstandigheden gerooid. Wij krijgen vooral problemen als het te nat is, maar dat was dit jaar niet het geval.”
Gemiddelde productie
Ouwehand teelt op contract, maar kijkt wel met een schuin oog naar de vrije marktprijzen. “Dat is op dit moment echt slecht. Dan prijs je je weer gelukkig met goede contracten.” De productie leed niet onder het toch moeizame groeiseizoen. “We zitten op een gemiddelde productie en kunnen mooi aan onze leveringsplichten voldoen.” De rassen onder het stro zijn Mokum en Coreo. “Mokum is meer een ‘zomerras’, die rooien we tot in februari. Daarna is Coreo aan de beurt, dat ras is wat vaster van structuur.”
Hype regenboogworteltjes
De opkomst van ‘regenboogworteltjes’ ziet Ouwehand toch vooral als een hype. “Maar daar zullen de zaadfirma’s die daar nu mee aan de weg timmeren anders over denken. Er is wel vraag naar, maar ik heb ze nog niet geteeld. Misschien doen we dat volgend jaar wel, want als klanten het willen hebben, dan gaan we het telen, maar ik zie het toch meer als een tijdelijk verschijnsel.”
Auteur: Stan Verstegen