Het UWV stelt dat een cliënt werk kan accepteren in de tuinbouw. De rechter is het daarmee eens.
De kassen zijn een passende werkplek voor de gedeeltelijk arbeidsongeschikte man. De man wees werk in de kassen af vanwege gezondheidsbezwaren en taalproblemen, maar het UWV baseerde op basis van artsenadviezen dat de bezwaren niet zwaar genoeg zijn om werk in kassen te accepteren. De man was in 2005 uitgevallen als glazenwasser en schoonmaker, maar is voor een belangrijk deel arbeidsgeschikt, stelt het UWV. De dienst besloot tot intrekking van de WGA-uitkering (Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten). De gedeeltelijk arbeidsongeschikte man liet het er niet bij zitten en stapte naar de Centrale Raad voor Beroep, die het UWV echter gelijk gaf. De man heeft voldoende opleiding voor simpel productiewerk en is – ondanks zijn gezondheidsproblemen – in staat om een mondkapje te dragen tegen stof op de werkplek.