De rechtbank in Den Haag heeft Rabobank een tik op de vingers gegeven in een specifieke zaak over rentederivaten.
Volgens de rechter heeft de bank zijn zorgplicht geschonden bij de verkoop van deze complexe financiële producten aan een Rotterdamse vastgoedondernemer. Dat staat in een tussenvonnis dat deze week is gepubliceerd.
De ondernemer ging in de periode 2005 tot en met 2010 meerdere derivatencontracten aan. Rabobank is hierbij onder meer niet nagegaan of de ondernemer zich bewust was van de risico’s die hij privé liep. Ook op andere punten schoot de bank te kort in zijn informatievoorziening, aldus de rechter.
De zaak is aangehouden. De rechter wil dat er eerst een begroting van de geleden schade wordt gemaakt. Beide partijen kunnen hier vervolgens weer op reageren.
Specifieke derivaten
Rabobank constateert in een reactie dat de uitspraak deels de klant en deels de bank in het gelijk stelt. De bank hoopt er op basis van het vonnis alsnog samen met de klant uit te kunnen komen.
Een woordvoerster merkt verder op dat het hier gaat om specifieke rentederivaten waar maar een beperkt aantal klanten gebruik van maakt.
Claims
Rabobank en andere banken hangen mogelijk meerdere claims boven het hoofd om rentederivaten die zijn verkocht aan ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (mkb).
De problemen gaan voornamelijk over de verkoop van zogeheten renteswaps. Dat zijn financiële producten om de variabele rente op leningen ‘vast te zetten’.
Negatieve waarde
Als de rente boven de afgesproken rentestand uitkomt, betaalt de bank het verschil aan het bedrijf terug. Maar omdat de rente nu heel laag is, hebben veel van deze producten een negatieve waarde. Daardoor komen ondernemers volgens claimstichtingen in financiële problemen.
Banken hebben ongeveer zeventienduizend rentederivaten uitstaan bij mkb-bedrijven.