Zonlicht hoeft niet primair invloed te hebben op het groeiproces op teeltbedrijven in een glastuinbouwgebied. Een kas mag met zonnepanelen bedekt zijn en eronder klimaatcellen.
Dat oordeelt de Rechtbank Limburg in een veelbesproken zaak van zonnepanelenkassen in Meijel. Een in 2009 toegekende vergunning voor de bouw van kassen leidde tot een kasconstructie met zonnepanelen erop. Daar greep de gemeente Peel en Maas op in, maar een nieuw bedrijfsplan met klimaatcellen onder de zonnepanelen past wel in het glasgebied, oordeelt de rechtbank.
Er is sprake van een volwaardig agrarisch bedrijf. Ook als het zonlicht niet primair een rol speelt in het groeiproces, maar in het opwekken van elektriciteit voor die teelt. De vijf klimaatcellen draaien alleen op stroom en verbruiken jaarlijks 3.500 kWh. Met de zonnepanelen wekt de kas 4.250 kWh op, waardoor er netto meer wordt opgewekt dan verbruikt.
Bezwaren ingediend tegen verleende vergunning
Tegen de verleende vergunning werden bezwaren ingediend, mede omdat stroom wordt opgewekt met dieselgeneratoren. De claim van energieneutrale teelt gaat daarom niet op. Het bedrijfsplan gaat ervan uit dat er een grote vraag naar sla en babyleaf is buiten het oogstseizoen. De grotere vraag naar pesticide vrije producten moet resulteren in hogere prijzen voor deze producten, stelt het teeltbedrijf, waardoor dit een levensvatbare teeltwijze is.
Opvallend is dat de gemeente Peel en Maas bij het besluit afwijkt van het advies van adviescommissie voor de bezwaarschiften. Dit advies ging er vanuit dat de teelt ook op een industrieterrein kan plaatsvinden. De commissie noemt het aannemelijk dat het bouwwerk uitsluitend of mede wordt gebruikt voor energieopwekking in plaats van voor teelt. De gemeente heeft echter informatie dat het bouwwerk echt zal worden ingezet als glastuinbouwbedrijf.