Bij het faillissement van een kassenbouwer in 2004 is volgens het Gerechtshof ’s Gravenhage niet onrechtmatig gehandeld.
Het bedrijf SDG wilde kassen bouwen in China. Er is geen feitelijke onderbouwing dat de aandeelhouders de organisatie hebben leeg getrokken en daarmee de medewerker hebben benadeeld.
De langlopende zaak draait om de ontslagvergoeding van ruim twee ton die de rechtbank in 2002 voor deze medewerker vaststelde. Hij stelde de aandeelhouders hoofdelijk aansprakelijk voor uitbetaling van de vergoeding. De rechtbank oordeelde eerder dat de aandeelhouders moesten betalen, maar in hoger beroep heeft de rechter dit oordeel vernietigd.
Er is niet gebleken dat aandeelhouders SDG bewust lieten doodbloeden door bijvoorbeeld een opdracht voor bouw van drie hectare kassen in Shanghai naar een ander bedrijf over te hevelen. Ook bij de bouw van die drie hectare zou het bedrijf niet levensvatbaar zijn geweest. Daarvoor zou 50 hectare per jaar gebouwd moeten worden.
SDG hield wel kantoor in China, maar de medewerker claimt dat de aandeelhouders niet lang genoeg investeerden in het bedrijf om echt voet aan de grond te krijgen in China. Daarvoor is een lange adem nodig. De rechtbank achtte bewezen dat SDG in financiële problemen verkeerde en de medewerker niet kon uitbetalen. Er zijn meer crediteuren benadeeld door het faillissement, stelt de rechter.
Beheer
WP Admin
Bewerk bericht