Het UWV heeft vorig jaar aan een aanvrager uit de tuinbouw ten onrechte geen werkvergunningen verstrekt voor personeel van buiten de EU.
In hoger beroep oordeelde de Raad van State dat het UWV een verkeerde inschatting heeft gemaakt van de zwaarte van de functie door deze als ongeschoold of licht geoefend aan te merken. De rechtbank oordeelde dat eerder al.
Het ging om twee functies op een Noord-Hollandse boomkwekerij, waarbij de werknemers zelfstandig werken en ervaring moeten hebben met bijvoorbeeld het enten. Ook heeft het UWV volgens de rechter niet juist geoordeeld door te stellen dat de teler niet genoeg zijn best had gedaan om geschikt personeel te werven. Hij had in de advertentie gezet dat de werkweek uit zes dagen bestond, waardoor hij de kring van geïnteresseerden onnodig klein maakte, stelde het UWV. De aard van de functie en de beschikbaarheid van personeel zijn beide voorwaarden voor een tewerkstellingsvergunning.
De problematiek van de werkvergunning lijkt verdwenen. Vanaf 2014 is een werkvergunning voor personeel uit Bulgarije en Roemenië niet langer nodig.