Het concurrentiebeding van een oud-medewerker van een AGF-handel blijft intact.
In hoger beroep heeft het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch geoordeeld dat het belang van het handelsbedrijf zwaarder weegt dan het belang van de medewerker. Het betrof een specifieke vorm van concurrentiebeding, waarbij een oudere medewerker het was verboden om anderhalf jaar lang bij een groep van vijf concurrenten in dienst te treden of werkzaamheden voor te verrichten. Het was onderdeel van een minnelijke schikking tussen de voormalige werkgever en de werknemer na een verschil van inzicht over de uit te voeren taken en de ziekmelding van de medewerker in mei 2014.
De rechter moest afwegen of de medewerker gezien zijn hogere leeftijd door dit beding niet teveel getroffen werd. Deze zou namelijk moeilijk buiten de sector nog aan werk komen. In dit geval oordeelde de rechtbank dat de medewerker voldoende mogelijkheden heeft om werk te vinden, buiten deze specifieke groep van concurrerende groothandels.