Huisvesting bouwen voor 274 arbeidsmigranten mag in het buitengebied, maar alleen voor het eigen bedrijf. Daarmee zorgt de bestuursrechter voor een fikse tegenvaller voor een nieuw glastuinbouwbedrijf.
De bestuursrechter van Rechtbank Zeeland-West-Brabant schrapt bepalingen in afspraken tussen de gemeente Altena en een glastuinbouwbedrijf. De teler zou 274 arbeidsmigranten mogen huisvesten en niet per se alleen voor eigen bedrijf. Hij mocht logies verlenen aan arbeiders als deze maar voor minimaal 75 procent werkzaam zijn in de gemeente Altena. Ook huisvesting van niet-arbeidsmigranten zou mogelijk zijn als er urgentie is. Dat zou voor 9 maanden per jaar betekenen dat ruim 200 bedden door andere doelgroepen beslapen zouden worden dan het eigen personeel. Het nieuwe glastuinbouwbedrijf heeft namelijk een arbeidspiek van 3 maanden, maar daarbuiten zijn er maar 66 mensen werkzaam op het bedrijf.
Wijziging te groot voor het buitengebied
De rechter vindt deze afspraken te ver gaan en gaat daarmee in op eisen van een omwonende. De rechter vindt deze wijziging te groot voor het buitengebied en de omwonenden, omdat het daarmee een woonachtige functie krijgt in een gebied met een agrarische functie. De gemeente had de bepaling vastgesteld via een binnenplanse wijzigingsbevoegdheid, waarbij burgemeester en wethouders een grotere bevoegdheid hebben af te wijken van een bestemming. Deze wijziging was voor de rechter dus een stap te ver.
Warmtelevering aan een zwembad
Tegen de bouw van de nieuwe glastuinbouwlocatie was veel weerstand. Op de ontwerp omgevingsvergunning kwamen 900 zienswijzen uit de omgeving. Toch kwam de vergunning tot stand met ruime voorwaarden voor de huisvesting. Omwonenden stelden dat het glastuinbouwbedrijf verstrengeld was met de gemeente, omdat er sprake is van warmtelevering aan een zwembad. Het besluit zou daardoor niet onafhankelijk genomen zijn, maar de rechter wijst dit af.