Donderdag 23 maart werd bij witlofbedrijf LOF bv in Espel (Flevoland) een rassenproef witlof voor de middenvroege trek bekeken. De proef werd opgezet door Chicosem en Hazera.
Duidelijk werd dat er verschil bestaat in de geschiktheid van de beproefde rassen voor deze trekperiode onder Nederlandse omstandigheden. In de vergelijking lagen de rassen Flexine, Topscore, H 3191 en Daufine. Deze rassen van Haera kwamen van twee herkomsten: NOP en Zuidwest-Nederland. Verder lagen in de proef Fakir, OK-398, First Lady en Vintor en het roodlofras H 101. Deze rassen zijn Chicosem.
Klimaatomstandigheden
De rassen werden getrokken volgens het praktijkregime van Flexine, maar dan iets voorzichtiger dan gebruikelijk. Omdat dit ras iets hogere temperaturen vraagt, zijn sommige rassen op 23 maart na 19 trekdagen eigenlijk al over het optimum heen. Dat uit zich in de hoge pitlengte. Op dag 1 werd de pit- en watertemperatuur al op 19 à 20 graden gezet. De pittemperatuur werd geleidelijk afgebouwd naar 16 à 17 graden, de luchttemperatuur naar 15,5 graden. De ec was 2,0 (A en B bak) en de pH 6,9. De wortels werden verenkeld.
Rassen Hazera toegelicht
Door het hoge temperatuurregime zat de pit bij Topscore (te) hoog, concludeerde adviseur Arie Oomen die toelichting gaf bij de rassen van Hazera. Uiterlijk vertoonde het ras bij de beoordeling op 23 maart een mooie kwaliteit. De Topscore van herkomst Zuidwest-Nederland moest worden overgezaaid, waardoor deze wortels jonger waren dan van de overige rassen. De kwaliteit was desalniettemin goed.
Het ras Daufine ziet Hazera als de opvolger van Ombline in een oogstperiode die valt tussen Topscore en Flexine. Het ras blijkt wat gevoeliger voor roodverkleuring en vraagt daarom wat meer aandacht tijdens de teelt en het transport. Het eindproduct over lange afstanden vervoeren in combinatie met fruit is uit den boze door de invloed van ethyleen. Ook is het ras iets gevoeliger voor te veel luchtverplaatsing tijdens de forcering. In Frankrijk wordt het ras toch vrij veel geteeld, vanwege zijn hoge tolerantie tegen het herbicide Safari en zijn zeer hoge productie. Het ras vormt een mooie, vaste krop.
Met het nummer H3191 deed Hazera vorig jaar ervaring op in de vroege trek, maar daar bleek het ras niet op zijn plaats. Ook in de middenvroege trek komt het ras niet tot zijn recht, zodat de zaadfirma heeft besloten met dit ras in Nederland te stoppen. In Frankrijk waar wortels vaak op stikstofrijke gronden worden geteeld, voldoet het ras wel.
Flexine was nog niet aan zijn optimum. Het trekregime was weliswaar op Flexine afgestemd, maar toch iets voorzichtiger dan gebruikelijk. Normaal gesproken zouden de temperaturen nog iets hoger zijn aangehouden.
Bespreking rassen ChicoSem
Fakir is een ras van ChicoSem en wordt in België veel geteeld. Het ras is bedoeld voor de oogst in januari/februari en vertoonde daarom in deze proef een ruime pit, verklaarde adviseur Bart Hesen die de rassen van ChicoSem toelichtte. Het ras is geen topper qua productie, maar wel op het gebied van kwaliteit. Daarom past Fakir in België bij de teelt die gericht is op Flandria-kwaliteit.
OK-394 is een ras dat eigenlijk voor een iets latere periode tussen Flexine en Vintor bedoeld is. Het ras is iets korter en buikiger dan Vintor. Omdat bij dit ras ongeprimed naakt zaad werd gebruikt en bij de andere rassen geprimed pillenzaad, was de opkomst minder geslaagd. Het ras kwam wat grover voor de dag.
Sweet Lady, voorheen OK-398, is bedoeld voor de oogst vanaf eind maart tot september/oktober. Het is een korter type witlof dan Vintor met een goede sluiting. De pitlengte werd in deze proef als goed beoordeeld. Sweet Lady is slanker en gladder dan First Lady. Voor het komende zaaiseizoen is voldoende zaad van Sweet Lady beschikbaar.
First Lady is bedoeld voor de oogst van februari tot in oktober. Het vormt kort en buikig witlof met compacte kroppen en een hoog soortelijk gewicht. De kroppen zijn vrij spits met een lang blad. De gewichtsverhouding krop/wortel is bij First Lady uitzonderlijk hoog. Het ras vormt een opmerkelijk korte pit.
Vintor was door het trekregime ‘over de top’ en moest eigenlijk een dag eerder worden geoogst. De zaadkwaliteit was vorig jaar een punt van aandacht. Voor het nieuwe seizoen is er nieuw zaad beschikbaar dat weer aan de kwaliteitsnormen van de zaadfirma voldoet.
Als ‘niche binnen een niche’ was er nog het ras Barbucine. Dat ras is een kruising tussen witlof en sla en vormt een soort struikje met lang gerafeld blad. Het product wordt in polyzakjes van 300 gram (vijf struikjes) verkocht. De productie ligt 50 tot 60% lager dan van witlof, de wortelproductie zit op 10 ton per hectare en het zaad is duur. Daarom is het een dure nicheteelt.