De overheid heeft onvoldoende condities geschapen om telers een tijdige, succesvolle start van de cannabisteelt te laten maken in het gesloten wietexperiment. Deze bedrijven moesten wel €25 miljoen tot €30 miljoen investeren.
Dat blijkt uit het evaluatierapport Op weg naar een cannabismarkt over de aanloop van het gesloten wietexperiment. Daarbij zijn tien telers geselecteerd voor legale productie van cannabis en hasj. Deze bedrijven liggen voornamelijk in tuinbouwgebieden, met een concentratie in Noordoost-Nederland, blijkt uit het rapport.
De telers hebben veel aan te merken op de aanloop naar het experiment die veel langer duurde dan verwacht. Er wordt al wel geproduceerd, maar nog steeds in een overgangsfase omdat nog niet genoeg kwalitatief en divers aanbod beschikbaar is. Door kleinschaliger te beginnen waren eerder kinderziektes uit de keten gehaald. Ook hadden ministeries gemeentes moeten betrekken waar teeltlocaties waren gepland.
Telers vinden dat de overheid strengere voorwaarden had moeten stellen aan bijvoorbeeld de kennis van de teelt. Daardoor zijn nu ook ‘zwakke partijen’ ingeloot met bijvoorbeeld alleen ervaring met tomatenteelt. Die specifieke kennis van teelt van cannabis is nodig om voldoende kwalitatief eindproduct te leveren.
Geen locatie nodig
De sterk vertraagde start van het experiment kwam ook door de aanvraagprocedure. Daarin was het niet vereist dat de aanvragende telers op dat moment al over een locatie beschikte. De aanvrager diende wel een locatie op het oog te hebben en daarvan een plattegrond te presenteren, maar een koop of huurcontract was niet voorgeschreven, schrijven de onderzoekers. Het ministerie wilde de telers niet al vroeg met de kosten van het bemachtigen van een locatie opzadelen.
Voor enkele telers bleek dat zij na de selectie en aanwijzing naar een alternatieve locatie dienden te zoeken. Er waren al meerdere aanvragen voor een locatie in een bepaalde gemeente of de omgevingsvergunning werd niet verkregen.
Buitenlandse partijen aandeelhouder
Bovendien is geen vermogenstoets uitgevoerd. De telers zijn in de periode van de aanwijzingsprocedure met sterk gestegen kosten geconfronteerd voor de bouw van een teeltlocatie. Eén teler spreekt over een investering van €45 miljoen. Enkele telers hebben zichzelf daarna gefinancierd door ook relaties aan te gaan met grotere buitenlandse cannabisproducenten die in de loting van de telers erbuiten waren gevallen. Deze wisselingen in organisatiestructuur en financiering bij telers heeft vervolgens tot nieuwe Bibop-procedures geleid (procedure waarmee overheid vergunningen kan weigeren of intrekken als ernstig gevaar dreigt dat deze wordt misbruikt).
Zorgen over prijsvorming
Uit het rapport blijkt ook dat coffeeshophouders bezorgd zijn over de prijsvorming van de eindproducten. Prijzen worden door de telers zelf vastgesteld, maar kunnen door de aanloopproblemen oplopen. Ook is er vrees voor afstemming van de prijzen door de aangesloten telers.