Rapport: desinfectiemiddelen onmisbaar voor glastuinbouw

Desinfectiemiddelen op basis van formaldehyde zijn onmisbaar voor glastuinbouwteelten, blijkt uit een studie over de toekomst van deze werkzame stof.

Het rapport Study of use and alternatives formaldehyde van de Anteagroup beschrijft de resultaten van een onderzoek naar het huidig gebruik, de gevaren en de risico’s van desinfectiemiddelen met formaldehyde. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). De resultaten wil het ministerie gebruiken voor onderbouwing van de Nederlandse standpuntbepaling in de EU-besluitvorming over formaldehyde. Die stof ligt dus onder een vergrootglas.

Alleen foggen met formaldehyde

Desinfectiemiddelen worden in de glastuinbouw gebruikt bij teeltwisseling wanneer sprake was van ernstige besmettingen na een plantenziekte. In Nederland mag formaldehyde alleen met foggen (damp) gebruikt worden en niet met spuittechnieken. De onderzoekers denken dat de teelt van consumptie- en siergewassen grotendeels kan plaatsvinden zonder het gebruik van formaldehyde voor ruimtedesinfectie. Het middel is echter onmisbaar bij grotere besmettingen.

“Soms doen zich echter hardnekkige infecties voor die zonder gebruik van formaldehyde nauwelijks tot niet kunnen worden uitgeroeid”, stelt het onderzoek. Dat beaamt ook gespecialiseerd sproeibedrijf Van Hattem uit Rotterdam. Bij ernstige besmettingen is een goede mix van middelen belangrijk, stelt het bedrijf. Telers gebruiken dan vaak formaldehyde in een voorbehandeling met damp en laten een spuitbedrijf nog behandelingen doen met middelen met chloor of waterperoxide. Foggen met formaldehyde is ook relatief goedkoop, maar is dus bij standaardontsmetting bij een gewone teeltwisseling niet onmisbaar.

Het verloren gaan van een opbrengst

Als de EU de goedkeuring van het middel formaldihyde wil intrekken, kunnen besmeƫtingen minder effectief worden bestreden, stellen de onderzoekers op basis van literatuurstudie. Bij de teelt van consumptie- en siergewassen, maar ook bij paddenstoelenteelt betekent dat een vergrote kans op het verloren gaan van een aanzienlijk deel van de opbrengst. Dat betekent ook dat bij planten de besmetting kan verspreiden naar teelten elders, dat kan ook betekenen dat deze infecties of plagen dan blijvend zijn.