De Rabobank voorziet een relatief lang verstoorde tuinbouwmarkt, maar wil gedwongen verkoop van bedrijven beperken.
In een impactanalyse van de Rabobank is het naijleffect van de coronacrisis over een jaar nog voelbaar met een krimp van de tuinbouwomzet van 1% in het tweede kwartaal van 2021. Tegen het einde van dit jaar is het omzetverlies nog 5% (vierde kwartaal). Voor het huidige tweede kwartaal houdt de bank rekening met een omzetverlies van 25% voor de tuinbouw als geheel, vooral in sierteelt en de specifieke horecaketen.
Niet veel bedrijven op de markt
In die naijlperiode wil de Rabobank zoveel mogelijk bedrijven door deze crisis trekken. “Het is niet in het belang van individuele ondernemers en de sector om veel bedrijven op de markt te krijgen. Waar we financieel perspectief zien, gaan we samen met de klant door”, stelt Arne Bac, sectorspecialist tuinbouw van de Rabobank.
Dat er bedrijven stoppen, lijkt onvermijdelijk. Nu het kabinet € 600 miljoen uittrekt voor extra steun voor de tuinbouw zal het aantal gedwongen stoppers beperkt zijn. Dat heeft mogelijk ook effect voor andere teelten als bedrijven worden overgenomen. Bac: “Uiteraard zijn er stoppers, maar dat weegt in dit omzetcijfer voor de sector niet mee. Wisseling naar andere teelten zal mogelijk plaatsvinden, maar is nog moeilijk in te schatten.”
Teeltwisseling
De marktverwachting is puur gebaseerd op conjuncturele zaken, dus vraag en aanbod. Bac: “We gaan dus uit van naijleffect omdat het tijd gaat kosten voordat economieën en bestedingen weer op gang komen. Hierdoor kost het tijd om weer een goede balans tussen vraag en aanbod te krijgen met als resultaat een goede prijsvorming voor de producten. Dan kunnen telers weer gezonde omzet maken en werken aan het financieel herstel van de bedrijven.”