Doorgaan naar artikel

Rabobank meet positiever sentiment glassector dan WUR

Glastuinders zijn negatief over hun bedrijf en de toekomst, blijkt uit cijfers van WUR. Rabobank meet toch een vrij optimistische toekomstverwachting.

De Vertrouwensindex van Wageningen University & Research laat dieprode cijfers zien over de stemming in de glastuinbouw. Het vertrouwen dat glastuinbouwondernemers in hun bedrijf hebben, is in het tweede kwartaal naar het laagste punt gezakt sinds deze wordt bijgehouden in 2013. Ook de verwachting van ondernemers voor de middellange termijn (2 à 3 jaar) daalde naar een absoluut dieptepunt in het bestaan van de index. Bij de meting van WUR is de stemming gedaald tot onder het niveau van de coronacrisis. Naast stijgende kosten verwachten ondernemers eveneens een lagere productie en lagere opbrengstprijs.

Rabobank: rond de 6

Het lijkt erop dat Rabobank in zijn laatste update van de Tuinbouwbarometer een andere stemming peilde. De stemming is niet verder verslechterd, schrijft de bank. Het niveau ligt nog altijd rond de 6, op een schaal van 1 tot 10. Over het algemeen is de sector op lange termijn wel vrij optimistisch, schrijft de bank.

Het verschil in gemeten sentiment kan te maken hebben met het moment van peiling, stelt WUR desgevraagd. De vertrouwensindex is over het tweede kwartaal en wordt achteraf gemeten. Rabobank geeft de stemming weer over het lopende derde kwartaal. In het tweede kwartaal gaf de bank ook een forse daling in stemming weer. Dat verklaart echter niet de verschillen in gemeten stemming. De score van 6 (op een schaal van 10) ligt niet in lijn met de uitkomst van WUR en zeker de toekomstverwachtingen niet. Dat duidt op een verschil van steekproefbedrijven, stelt WUR. Met zekerheid is dat niet te zeggen. Ook de vraagstelling en interpretatie van de uitkomsten van beide peilingen zijn compleet anders.

Grote verschillen in bedrijven

Rabobank schrijft wel dat de uitkomsten in de peiling grote verschillen tonen. Bedrijven verschillen dus sterk in stemming. Dan is 6 een gemiddelde voor uiteenlopende uitkomsten.

De bank schrijft als verklaring dat tuinders ‘bewonderenswaardig creatief’ zijn in de optimalisering van hun energiehuishouding. Ze besparen energie en halen opbrengsten uit extra elektriciteit. Daarmee wordt een deel van de pijn opgevangen. Dat lijkt in de glasgroente gemiddeld genomen beter te lukken dan in de sierteelt. Glasgroentebedrijven zijn gemiddeld wat groter en hebben vaker meerdere opties om hun energie zo goed mogelijk te managen. Zij kunnen met teelten schuiven, of wisselen tussen ketel en warmte-krachtkoppeling (wkk), of kiezen tussen wel of niet belichten, gas- en elektriciteitscontracten en meer.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin