De kredietportefeuille van Rabobank is opgeschoven naar bedrijven met grond. In 2015 had de grootste ‘boerenleenbank’ in Nederland €29,7 miljard aan financieringen uitstaan bij Nederlandse boeren en tuinders.
Dat is bijna een half miljard minder dan in 2009 en ruim €300 miljoen minder dan in 2014. Daartegenover staat een bedrag van ruim €8 miljard aan spaargeld dat boeren en tuinders hebben gestald bij Rabobank. De cijfers werden vorige week toegelicht tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van Rabobank-bankiers en landbouwjournalisten.
Verschuiving van kredietverlening
Wat opvalt in de cijfers is de verschuiving van kredietverlening; meer naar bedrijven met grond. De melkveehouderij en akkerbouw waren in 2009 samen goed voor 43% van de uitstaande financiering. In 2015 is dat opgelopen naar 53%. De melkveehouderij steeg van een aandeel van 35 naar 42%. De varkenshouderij is qua aandeel licht gedaald van iets meer naar iets minder dan 8%. Het aandeel van de pluimveehouderij is sterk gegroeid van €817 miljoen in 2009 naar €1.075 miljoen in 2015. Het aandeel van 2,7% in 2009 steeg naar 3,6% in 2015.
Flink gesneden in kredieten glastuinders
Rabobank heeft hard gesneden in kredieten aan glastuinders. Glasgroente en bloemen onder glas waren in 2009 beide nog goed voor een kredietportefeuille van €3,7 miljard, samen bijna een kwart van de totale portefeuille. Dat is in beide sectoren met €1 miljard gedaald, de grootste glassectoren samen zijn gedaald naar een aandeel van rond 18%.
Geld gaat naar bedrijven met lap grond
Het blijven natuurlijk de cijfers van één bank, van de andere twee banken zijn de gegevens niet zo gedetailleerd bekend. Maar de tendens bij Rabobank is duidelijk. Weg uit sectoren met grote risico’s en weinig onderpand, afgezien van de pluimveehouderij. Het grote geld stroomt naar bedrijven met een flinke lap grond eronder en vloeit weg uit sectoren die minder zekerheid bieden. Rabobank heeft in de kredietportefeuille liever grond dan glas.