Utrecht – Rabobank onderzoekt hoe de rolverdeling tussen het hoofdkantoor en de regionale banken kan verbeteren. De coöperatieve bank wil het toezicht centraliseren, maar tegelijk de aangesloten banken meer ruimte geven eigen commercieel beleid te ontwikkelen.
Regionale banken mogen mogelijk in de toekomst hogere kredieten zonder inmenging van ‘de centrale’ in Utrecht verstrekken.
Dat bevestigt de bank naar aanleiding van een artikel in Het Financieele Dagblad (FD). De plannen worden in de krant geventileerd door bestuurslid Rien Nagel die samen met president-commissaris Theo Camps van Rabobank regio Nijmegen een werkgroep over hervormingen voorzit. De werkgroep moet volgend jaar met conclusies komen.
Naast een betere rolverdeling tussen hoofdkantoor en regionale banken is het besparen van kosten een belangrijk doel. De bank geldt volgens kredietbeoordelaars als een van de financieel sterkste banken ter wereld, maar moest wel veel afschrijven door een dure schikking vanwege fraude met de Libor-rente. Bovendien heeft Rabobank veel krediet uitstaan in de markt voor zakelijk vastgoed, de binnenvaart en het MKB.
De coöperatieve bank overweegt om verder te gaan met één centrale bankvergunning. Nu hebben alle 121 banken die onder Rabobank-vlag opereren nog een eigen bankvergunning. Het punt ligt gevoelig, omdat de vergunning een symbool is van de onafhankelijkheid van banken. Toezichthouder De Nederlandsche Bank tikte Rabobank vorig jaar op de vingers omdat de interne controle niet op orde zou zijn.
Rabobank is met afstand de grootste kredietverlener van de Nederlandse agribusiness. Eind vorig jaar had de bank meer dan €3,4 miljard in de agrarische sector uitstaan.