De Rabobank wil dat sier- en voedingstuinders nog meer nadenken over de positie van het teeltbedrijf in een steeds turbulentere omgeving.
Daartoe start de bank een omvangrijk twee jaar durend trainingstraject bij de lokale vestigingen.
Dat is nodig omdat bedrijven zich te weinig aanpassen aan ontwikkelingen op de markt, stelt de bank. Ze dreigen daardoor de slag te missen. Ook de geldschieter komt dan in gevaar. Telers moeten bij een kredietaanvraag laten zien dat ze over een aangescherpte visie op de eigen toekomst beschikken, maar de bank wil niet spreken over concrete aanscherping van de kredieteisen aan telers.
Ruud Huirne, de nieuwe directeur food en agri van de Rabobank, presenteerde maandag resultaten van de Erasmus Universiteit onder 880 tuinbouwbedrijven. Het onderzoek bracht in beeld of ondernemers snel genoeg inspelen op de omgevingseisen. Op korte termijn zijn bedrijven nog wel flexibel, maar de aanpassing van de strategie is te weinig flexibel, constateren de onderzoekers uit het onderzoek. Ook schieten ondernemers tekort om signalen van de markt om te zetten in nieuwe producten, bedrijfsprocessen of diensten.
Die kritiek van de Rabobank is overigens niet nieuw. De Wereld van Jip was een soortgelijk project dat ondernemers vijf jaar geleden over hun eigen capaciteit moest laten nadenken. Overigens constateert de bank dat grote tuinbouwbedrijven vaak beter in staat zijn in te spelen op ontwikkelingen.
Lang heeft de Nederlandse tuinbouw het gebrek aan flexibiliteit weten te compenseren door technische en teelttechnische innovaties, stelde de bank al eerder. Levenscycli van niches en concepten worden echter steeds korter. Bovendien neemt de internationale concurrentie voor tuinbouwproducten toe, waardoor de Nederlandse sector de focus moet verschuiven van kostprijs naar markt en afzet.
Bron: Groenten & Fruit – Auteur: Jeroen Verheul