Vanaf 2020 gaan banken vastleggen hoe groot de CO2-uitstoot van hun leningen en beleggingen precies is. Op die manier willen zij bedrijven stimuleren minder CO2 te produceren. Is de uitstoot van een lening te groot, dan gaan de instellingen in gesprek met het bedrijf.
Deze zomer hebben partijen uit de financiële sector hun handtekening gezet om de CO2-norm op leningen en beleggingen te rapporteren. Arne Bac, sectormanager Tuinbouw bij Rabobank, ziet de ondertekening vooral als een symbolische zet. De Autoriteit Financiële Markten wil immers al langer dat banken rapporteren over duurzame ontwikkelingen in de sectoren waaraan ze krediet verstrekken. Bac denkt dat bedrijven door inzicht in de eigen CO2-uitstoot vanzelf duurzamer gaan investeren. Op den duur zal het er ook toe leiden dat bedrijven die veel CO2 uitstoten geen lening meer krijgen.
Geleerd van crisis
`
Als financiële instellingen iets geleerd hebben van de afgelopen crisis is het wel dat striktere normen gewenst zijn bij het verlenen van krediet. De glastuinbouw is een van sectoren waar zware klappen zijn gevallen, omdat voorafgaand aan de crisis de gehele keten op een roze wolk leefde. Wat betreft investeringen leek alles te kunnen. “Er werd ruim gefinancierd waarbij te weinig is gekeken of tegenvallers waren op te vangen en of investeringen wel voldoende rendement opleverden”, vertelt Bac.
Financiële status leidend
De financiële status van een onderneming is nog steeds leidend voor het verlenen van krediet, maar meer en meer wordt in stimulerende zin gekeken hoe robuust een onderneming in de wereld staat, zoals Bac het typeert. “De basis van een lening is nog steeds of die is terug te betalen. Van belang is echter ook of die lening toekomst-proof is op duurzaamheid in de breedste zin. Dus niet alleen betreffende energiedoelen in het Klimaatakkoord, maar ook of maatschappelijk verantwoord wordt ondernomen op gebieden als plantgezondheid en personeelsbeleid.”
Nu al screening op duurzaamheid
Rabobank screent reeds op duurzaamheid en deelt bedrijven daarop in. A zijn de koplopers, B de middenmoot, C de achterblijvers en D onacceptabele, veelal ook frauduleuze, bedrijven. Categorieën A en B (zo’n 85% van de bedrijven) krijgen zonder meer geld voor spronginvesteringen. Categorie C kan nog wel aankloppen voor diepte- en vervangingsinvesteringen bij de bank, maar niet meer voor spronginvesteringen. Aan categorie D wordt sowieso geen krediet meer verstrekt.
Impactlening met rentekorting
Waarin de Rabobank uniek is, volgens Bac, is dat op spronginvesteringen via een zogenoemde impactlening maximaal 0,65% rentekorting wordt verleend, afhankelijk van de looptijd van de lening. Dat naast de groenfinanciering. Dit beleid is anderhalf jaar geleden in gang gezet en Bac verwacht dat eind 2020 het beleid ook gaat gelden voor diepte- en vervangingsinvesteringen.
Bewegen van categorie C naar B
Aangezien duurzaamheidseisen continu bewegen, bewegen ook de criteria voor de diverse categorieën, aldus Bac. “Bedrijven in de C-categorie proberen we te bewegen duurzame aanpassingen te treffen, zodat ze wel voor financiering van spronginvesteringen in aanmerking komen. We merken dat dit stimuleren ook echt werkt. Toegang tot financiering is een prikkel, toegang tot een goedkopere financiering een nog grotere. Het geeft ondernemers net dat laatste zetje in de rug om hun bedrijf verder verduurzamen. Duurzaamheidseisen zijn vooralsnog geen verplichting, enkel een managementtool.”