Raad van State: Streeckerij kan door… voor nu

Het bestemmingsplan voor het attractiepark voor Betuwse streekproducten De Streeckerij bij Wadenoyen wordt niet geschorst.

Dat heeft de Raad van State woensdag bepaald na een verzoek van een omwonende die vooral verkeersoverlast vreest. Ook verwijt hij de gemeente Tiel het toepassen van een truc om een uitvoerig milieuonderzoek te ontlopen.

Met het schorsingsverzoek probeerde de bezwaarmaker te voorkomen dat snel met de bouw van een grote hal wordt begonnen. Daarvoor is al een vergunning verleend. Initiatiefnemer Betuwe Kers kan nu in principe voor eigen risico gaan bouwen. De Raad van State moet later dit jaar nog wel met een eindoordeel komen. En de vergunning kan ook nog worden aangevochten. Maar als de vergunning past binnen de regels van het bestemmingsplan, dan maakt zo’n bezwaar weinig kans en is er voor Betuwe Kers geen vuiltje aan de lucht.

Net wel of geen milieueffectrapportage

Volgens de bezwaarmaker is door het drukken van het verwachte bezoekersaantal geprobeerd om een milieueffectrapportage te voorkomen. Want dat zou wel eens ongewenste effecten kunnen aantonen die de vestiging van het attractiepark in de weg staan.

De gemeente Tiel heeft volgens hem onterecht de bezoekersaantallen van De Streeckerij losgekoppeld van de grote aantallen bezoekers van de kersenstal die dezelfde ondernemer op korte afstand uitbaat. Worden de aantallen bezoekers bij elkaar opgeteld, dan passeert dat de grens waarbij een milieueffectrapportage verplicht is.

De Raad verwerpt dit bezwaar. Het gaat volgens de Raad toch om twee aparte bedrijven zonder veel samenhang. Bovendien is de kersenstal maar een beperkt aantal weken per jaar geopend. Ze hebben allebei ook een eigen ontsluitingsroute naar de nabijgelegen snelweg.

Monitoren verkeer

Verkeersdeskundigen hebben de gemeente Tiel wel geadviseerd om het toekomstige verkeer te monitoren, zodat bijtijds maatregelen kunnen worden genomen om overlast te voorkomen. De Raad oordeelt dat dit in de vervolgprocedure later dit jaar aan de orde moet komen. Er is geen urgentie om dit probleem nu te beoordelen, aldus de Raad.