Provincie en ministerie tegenover elkaar om aardwarmte

De provincie Zuid-Holland heeft via de bestuursrechter afgedwongen dat zij gehoord wordt door het ministerie van Economische Zaken bij opsporingsvergunningen voor aardwarmte.

Zuid-Holland stapte naar de rechter, omdat ze niet gehoord werd in de bezwarenprocedure bij de afgifte van opsporingsvergunningen in de regio Holland Rijnland. Zuid-Holland had bezwaar tegen deze vergunningen, omdat het gebied overlap vertoonde met toekomstige drinkwatergebieden. Zuid-Holland vreest dat lekkages leiden tot aantasting van zoete drinkwatervoorraden in de ondergrond. Ook drinkwaterbedrijf Dunea stapte naar de bestuursrechter om die reden en kreeg gelijk.

Opsporingsvergunning kan worden geweigerd

Het ministerie van Economische Zaken had de bezwaren van de provincie en Dunea niet-ontvankelijk verklaard, omdat een opsporingsvergunning niet een boring fysiek al mogelijk maakt. Daar begrijpt de rechter niets van omdat duidelijk in de mijnbouwwet staat dat een opsporingsvergunning kan worden geweigerd als het gebied niet geschikt wordt geacht vanwege drinkwaterwinning.

Dunea is tevreden met het vonnis. Het ministerie moet de bezwaren nu alsnog inhoudelijk behandelen. Dunea wil in gesprek, ook met de geothermiebedrijven. “Daarnaast vinden we dat er ook gesprekken nodig zijn met zowel het ministerie van Economische zaken als Infrastructuur en Waterstaat, over hoe de toekomst van schoon drinkwater en veilige voorraadvorming, alsnog en beter gaat worden geborgd in het proces van vergunningverlening voor geothermie.”

Overigens hadden vergunninghouders al aangegeven niet van plan te zijn te boren in deze gevoelige gebieden.