Productie en houdbaarheid spruitenrassen niet hand in hand

In een Belgische rassenproef is de houdbaarheid van diverse rassen handgeoogste spruiten beoordeeld. Zeker voor handgeoogste spruiten met een kwaliteitsimago is houdbaarheid een belangrijke eigenschap.

Uit de door de onderzoekers Caluwé en Verbruggen van het PSKW beoordeelde rassenproef werd Redarling met een 7,5 als beste op houdbaarheid beoordeeld. Kort daarna volgde Gigantus met een niet-significant verschillende beoordeling van een 7,2. De spruiten werden na de oogst tien dagen bewaard, zo valt op te maken uit het proefverslag in Proeftuinnieuws 4.

Volgorde houdbaarheid

In volgorde van houdbaarheid was het volgende ras Platinus met een 6,8 en Splendus en Martinus met een 6,3. Trimstar werd beoordeeld met een 5,8; Albarus en Marte met een 5,7 en Cobelius met een 5,0. Daarna volgden Marcanthus en Bejo 3092 met een 4,5; Hey Melis met een 4,2; Neptuno met een 3,8 en Thor met een 3,7. Alle rassen zijn van Syngenta, behalve Marte, Bejo 3092, Neptuno en Thor die van Bejo Zaden zijn.

Volgorde in productie

Marte was met een productie van ruim 30 ton per hectare het productiefste ras na vier (handmatige) oogstbeurten. Gigantus volgde met ruim 25 ton en Bejo 3092 en Cobelius zitten rond 24 ton. Martinus en Hey Melis komen tot 21 à 22 ton, Marcanthus, Neptuno, Trimstar en Thor zitten rond 20 ton. Daarna volgen Platinus (18 ton), Albarus (17 ton), Redarling (16 ton) en Splendus met iets minder dan 15 ton.