‘Productie aubergine valt tegen door weinig zonlicht’

De aubergineproductie ligt nu onder 2 kg/m² per week, terwijl deze de afgelopen weken gemiddeld rond 2,25 kg/m² lag. “We liepen voor op vorig jaar en dat is nog steeds het geval. We zitten nog ongeveer 5% in de plus”, vertelt De Jong. De kwaliteit van de aubergines is goed. In kas 1 zorgen alleen rupsen voor vraatschade aan de vruchten.

We schuiven de oogstfrequentie nog niet naar 1,75 keer, wat we normaal rond deze tijd wel doen

Er hangen nog net wat te veel aubergines aan het gewas, wat niet goed is. “Als het een mooie zomer was geweest, was het door een goede snelle uitgroei geen probleem. Door het donkere weer is dat nu wel het geval, want door minder zonlicht duurt de uitgroei van de vruchten een stuk langer. We oogsten daarom nog steeds twee keer per week. We blijven dit doen om iedere week voldoende stuks te oogsten en zo de plantbelasting wat naar beneden te krijgen. We gaan nog niet schuiven met de oogstfrequentie naar 1,75 keer, wat we normaal rond deze tijd wel doen”, zegt De Jong. Het gemiddelde vruchtgewicht is over de hele week 320 gram en dat is goed. “Als het maar niet te ver naar beneden zakt.”

_{Tekst gaat verder onder de foto.}

Tom de Jong blijft frequent oogsten om de plantbelasting niet te hoog te laten worden bij de tragere uitgroeiduur. – Foto: Harry Stijger

Overmatige wortelgroei

Het gewas staat er goed bij. De teler ziet wel steeds meer planten met overmatige wortelgroei. “We hebben geen idee waar dit na jaren weer ineens vandaan komt. Door een verhoogde dosering van gestabiliseerde waterstofperoxide mee te geven aan het druppelwater kunnen we het stabiliseren. Ook als er zonlicht – wat we nu een beetje missen – op de steenwolmat valt, helpt dat om deze overmatige wortelgroei te bestrijden.”

Het water geven gebeurt nog steeds automatisch op instraling. Bij donker weer wordt er minder water gedruppeld.

Brandnetelwantsen in aubergines

De Jong heeft een keer gespoten met Runner en Nocturn tegen rupsen. Tegen spint is gespoten met Cantack. De rupsen zijn inmiddels onder controle. De plekken met bladluis heeft hij met biologische bestrijders, galmuggen Aphidoletes en sluipwespen Aphidius, onder controle weten te houden.

De teler ziet steeds meer brandnetelwantsen. “Dit is een lastig plaaginsect, die voor zijn voeding sap uit de jonge plantdelen en bloemen trekt. Deze plantdelen worden beschadigd en de bloemetjes vallen eruit, waardoor we minder vruchten hebben”, zegt De Jong. Een goede bestrijding van de brandnetelwantsen is een probleem, omdat de uitgezette Macrolophus tegen witte vlieg en rupseitjes ook een wants is. “We wachten dus nog even met spuiten, om de opgebouwde populatie van Macrolophus niet te vernietigen. Maar als het echt nodig is, gaan we dat toch doen.”

Auteur: Harry Stijger