‘Paprikaseizoen proberen te eindigen met droge matten’

Het is nu alleen nog oogsten en sorteren. Begin september is de kop uit het gewas gegaan. Paul Kaashoek: “Daarna halen we er altijd nog één ronde toppen eruit, om het gewas open te houden.” Ondanks de verwachte traagheid, door minder stoken met duur gas, valt het hem op dat er bij de planten nog een hoop groei opgekomen is.

Redelijke uitgroei

In week 44 worden de laatste vruchten geoogst. Het staartje van de teelt valt niet tegen. “We hebben redelijk weer gehad. Daardoor hebben we ook een redelijke uitgroei, al zijn ze niet zo grof geworden als we gewend waren. Het valt me mee wat er nog geel afkomt van het laatste zetsel.”

Veel schermen

Met nog vrij hoge buitentemperaturen lukt het vrij makkelijk om de kas voldoende warm te houden. De temperatuurinstelling staat continu op 20 graden Celsius. “Waarbij je overdag een paar graden extra probeert te pakken als het zonnig is.” Er wordt veel geschermd. Rond 16.00 uur sluit het eerste schermdoek al. Het tweede scherm loopt daar al vlot achteraan dicht, om de temperatuur toch een beetje vast te houden.

Watergift afbouwen

Met watergeven wordt er op een donkere dag geen drain meer gerealiseerd. “Op een mooie dag streven we nog wel naar 10 tot 15% drain.” De druppel-EC zit op 1,8 tot 2 mS/cm. De EC in de mat komt uit op 4,5. Naar het einde van de teelt toe wordt steeds ietsje droger geteeld, om met een droge mat te kunnen eindigen naar de teeltwisseling toe. “We proberen de silo daarbij zo leeg mogelijk te maken, zodat die makkelijker schoon te maken is.”

Rustig met plagen

Met plagen is het rustig. Onderin zat nog wel een beetje luis. Die is bestreden. “En gelukkig hebben we geen rupseninvasie gekregen. Want daar ben je bang voor. De omstandigheden zijn er prima voor, omdat het allemaal vochtig is, nu je zo zuinig bent met energie. Maar we zien weinig schade door rupsen. Een bestrijding aan het eind van de teelt is niet nodig om plagen op te ruimen.

Ook met schimmelziektes valt het mee, ondanks dat er dit jaar minder wordt gestookt en het vochtiger in de kas is. “We proberen wel een klein luchtje te zetten.”

Auteur: Peter Visser